Afval = Voedsel

Als we aan afval denken, zien we grote bergen stinkende rotzooi, veel plastic en roestende, lekkende apparaten voor ons. In het gunstigste geval denken we bij afval aan recyclen en dan hebben we het over onszelf als consumenten. Bij bedrijfsafval – en zeker dat van grote bedrijven – zijn velen ervan overtuigd dat die niet eens aan recyclen denken, dat soort bedrijven zien afval tenslotte alleen maar als een kostenpost, waarbij verbruikte materialen en schadelijke uitstoot een noodzakelijke bijkomstigheid zijn van produceren.  (Geschreven door Saskia de Vries.)

wikipedia-hollebollegijs-thumb

Foto; Wikipedia file Holle Bolle Gijs

Natuurlijk geloven we best dat er een aantal kleine ecologisch verantwoorde bedrijfjes zijn, die duurzaamheid en “schoon” produceren hoog in het vaandel hebben. Maar wij, de consumenten “weten” dat de grote bedrijven de echte boosdoeners zijn.

In dit artikel kijken we naar nieuwe manieren om naar afval te kijken, vanuit het standpunt dat afval voedsel hoort te zijn. En daar staan wij niet alleen in: grote bedrijven als Unilever, Nike, Ford en BASF zijn ons voorgegaan. We gaan ons verdiepen in de wereld van het up-cyclen i.p.v. het recyclen, het principe van wieg tot wieg ipv wieg tot graf. Kortom, we storten ons in de wereld van de nieuwe industriële revolutie en zullen misschien ons (toekomst)beeld op de productie- en consumptiemaatschappij moeten bijstellen.

Dromers en Doeners

Laten we eens een kijkje nemen bij autoproducent Ford, en dan met name het allereerste terrein van Ford: het Rouge-complex, daar werden 80 jaar lang auto’s geproduceerd, en er werd 80 jaar lang op grote schaal vervuild.

Ford stond voor een keuze: òf er werd een hek om het terrein geplaatst en het terrein werd verlaten, òf er moest grondig verbouwd worden. Bill Ford, de achterkleinzoon van oprichter Henry Ford, besloot tot het laatste, en kreeg het advies om eens te praten met Bill Donough en Micheal Braungart. Nu hebben de grote bedrijven en ook Ford het niet zo op “dromers” en het feit dat Micheal Braungart een ex-Greenpeace activist is zorgde er dan ook voor dat Bill Ford daar eigenlijk niet zo veel in zag, hij had dan ook een 30 minuten beleefdheidsbezoekje ingepland. Dat bezoekje zou echter vele uren duren en resulteren in een in het openbaar aangekondigd contract voor een 2 miljard dollar kostend project.

In 2000 werd de eerste paal geslagen op het terrein wat nu een plaats is waar je je kinderen veilig kan laten spelen. Een industrieel natuurpark met waterpartijen, dieren en bijen. En hoewel veel andere bedrijven het zullen zien als een overdreven vorm van ecoluxe toont Ford aan dat het wel degelijk een zakelijke doelstelling is die zowel meetbaar als kostenbesparend is.

In een documentaire van VPRO’s Tegenlicht vertelde men:

“Het afvalwater van het terrein wordt op natuurlijke wijze gezuiverd, er wordt gebruik gemaakt van zonne-energie, de nieuwe fabriekshal werd gebouwd met veel ramen zodat er zonlicht naar binnen valt en de kosten van verlichting structureel daalden. Het hele productieproces werd opgeschoond en de afvalstromen doorgelicht. Het dak van de productiehal is één groot weiland, en doordat het werd bedekt met Sedum (vetplantjes) zuivert het het regenwater en biedt het leefruimte aan vogels.”

Het klinkt inderdaad als een behoorlijk geldverslindende kostenpost, veel bedrijven denken dan ook dat de productiekosten zullen stijgen als men op deze manier te werk gaat, toch heeft Ford door dit te doen juist 35 miljoen bespaard.

“Het groene dak bijvoorbeeld kost geld om te
bouwen, maar die bouwkosten halen we er vele malen uit. Het dak heeft een twee keer zo lange levensduur, want het slijt bijvoorbeeld niet door UV straling die lekkage veroorzaakt. Het kost een paar miljoen om zo’n oppervlak opnieuw te bedekken, wat nu niet nodig is. Het dak bespaart op verwarming en koeling omdat het beter geïsoleerd is. En er is nog een bezuiniging, het dak absorbeert overtollig regenwater dat anders chemisch behandeld zou moeten worden voordat het in de rivier geloosd kan worden, nu lost de natuur het zelf op. Het dak filtert op natuurlijke wijze het regenwater“ aldus Ford.

Ford bespaart er miljoenen mee en het kost niets meer. Ze hebben het dan ook niet zo op dromers bij Ford, het moet winstgevend zijn en inspirerend. De heren Braungart en Donough hebben dat meer dan waar gemaakt.

Nu blijven auto’s natuurlijk vieze dingen, zo wordt er bij de productie wel 22.000 kilo ruw materiaal gebruikt voor een auto die 1300 kilo weegt, maar ook daar zijn Micheal Braungart en Bill Donough mee bezig geweest, lees hier meer over de auto die ze samen met Ford ontwikkeld hebben.

Het principe

Verreweg de meeste productieprocessen zijn nog ‘cradle to grave’. Industriële cycli gaan van de wieg tot het graf. Verbruikte materialen en schadelijke uitstoot volgen producten van de wieg in de fabriek naar het graf op de lokale vuilnishoop, waar de producten zelf zijn ‘verbruikt’, en worden weggegooid of verbrand voor het opwekken van energie. Het huidige afvalprobleem toont aan dat de economie, die nu gebaseerd is op produceren maar geen rekening houdt met het geproduceerde afval, uiteindelijk geen stand kan houden. Het is daarbij van belang in het achterhoofd te houden dat de aarde een gesloten systeem is. Het afval dat we produceren blijft aanwezig. Hetzij in water, lucht of aarde.

EVA-lanxmeerstyle-wikipediafile-groenehuizen-thumb

Groene huizen van natuurlijk materiaal, met zonnepanelen. In Nordic style gebouwd en dus in gezellige kleuren geschilderd.  Een verademing voor een ieder die de conservatieve rijtjes huizen zat is en de huizen zijn energie besparend. Foto: Wikipediafile; E.V.A. LanxmeerStyle. Een Hollands project met groene woningen.

Van wieg tot wieg

Indien producten en materialen worden ontworpen als voedingsstoffen, zullen de productie en consumptie van goederen een verrijking (in de vorm van voedsel) betekenen van de natuurlijke wereld.

Dit leidt tot de volgende uitgangspunten:

  • Ontwerp producten en processen zo dat de waardevolle materialen beschikbaar blijven voor de mens en zijn natuurlijke omgeving.
  • Ontwerp alle producten zodanig dat ze volledig kunnen worden hergebruikt uitgaande van het principe: Afval is voedsel. M.a.w. producten en processen zo ontwerpen dat de waardevolle materialen en de investeringen die gebruikt worden om ze te produceren beschikbaar blijven voor de mens en zijn natuurlijke omgeving.
  • Een product moet volledig afbreekbaar zijn in de biosfeer en daar als voedsel dienen voor natuurlijke organismen.
  • Alle niet afbreekbare stoffen moeten beschouwd worden als een hoogwaardige grondstof voor nieuwe producten in de technosfeer (permanent volledig recyclebaar).
  • Zorg ervoor dat er tijdens de fabricage van een product op geen enkele wijze schadelijke afvalstoffen ontstaan.

Meer afval = meer voedsel

In de natuur is dit eigenlijk een heel normaal concept, een fruitboom produceert elk voorjaar een enorme hoeveelheid bloesem, het valt af en bezaait de grond met nutteloze blaadjes die alle kanten op waaien. Inefficiënte, overdadige en verkwistende productie zou men kunnen zeggen. Maar dat is natuurlijk niet zo, dit afval keert terug naar de aarde en vormt voedingsstoffen die bijdragen aan het ecosysteem. In de natuur bestaat geen afval dat als puur afval blijft bestaan. Integendeel, afval betekent voeding. Terwijl de fruitboom groeit, voedt hij meer dan alleen de grond. Door middel van fotosynthese maakt hij voedsel van de zon, verschaft voedsel aan dieren, vogels en micro-organismen. Hij breekt koolstof af, produceert zuurstof en filtert water. De takken en bladeren van de boom herbergen een enorme diversiteit aan microben en insecten, die allen een rol spelen in het lokale systeem van natuurlijke cycli. Zelfs bij het afsterven biedt de boom voedingsstoffen door te vergaan en mineralen te vormen waarmee nieuw leven zich voedt. Van bloesem tot jonge boom tot de ouderdom, de ontwikkeling van de kersenboom is regeneratief. Je zou kunnen zeggen dat de levenscyclus van de wieg tot de wieg is — want na een nuttig leven dient hij als voedingsbron voor iets nieuws.

Zou het niet fantastisch zijn als de mens op dezelfde manier zou produceren? Bijvoorbeeld dat je een ijsverpakking op de grond gooit en dat dat afval tot de groei van een nieuwe plant, struik of boom leidt? Een utopie? Toch heeft een grote ijsproducent in Nederland, namelijk Unilever, precies dit gedaan. Unilever? Ja Unilever! Volgens chemicus en voormalig Greenpeace activist Micheal Braungart wilde Unilever ijs verkopen in China en India waar bijna alles achteloos op straat wordt gegooid, hij vond dat men daar bij de productie iets op moest verzinnen. Braungart heeft daarop voor Unilever een ijswikkel bedacht die vanaf het moment dat het uit de vriezer wordt gehaald, vloeibaar begint te worden en na een paar uur volledig afgebroken is. Maar dat zegt alleen dat het afbreekbaar is, het principe moet nog verder gevoerd worden. Daarom is het zelfs de bedoeling dat de consument de wikkel op de grond gooit, want in deze verpakking zitten namelijk zaadjes van planten. Door de wikkel weg te gooien komen de zaadjes vrij en kan een plant groeien uit het “afval”.

Een vreemde noot in dit verhaal is dat wij van Dossier X probeerden om er achter te komen of de ijswikkel een succes was en of Unilever dit concept nog verder heeft doorgevoerd en dat we een vreemd antwoord kregen van de milieucoördinator van Unilever Nederland.

“Het gekke van het bericht is dat ik binnen Unilever nog niemand heb gevonden die iets over het wikkel van Braungart weet, en ik heb echt alle relevante mensen benaderd. Ten einde raad heb ik op 29 november van vorig jaar een mailtje naar Braungart zelf toegezonden, maar die heeft daar nooit op gereageerd. Ik kan je dus helaas niet helpen. Overigens geloof ik zelf in het geheel niet in het concept van een vloeibaar wordend wikkeltje. Alsof een vloeistof voor het milieu minder belastend zou zijn dan een vaste stof. De suggestie wordt gewekt dat het om zoiets als water zou gaan, maar dat werkt natuurlijk niet. Braungart maakt het zelfs nog gekker door toe te voegen dat hij zaadjes van wilde planten aan de wikkeltjes had toegevoegd. Alsof dat met milieu zou helpen, overal de door Braungart toegevoegde zaadjes. Het milieu is vooral geholpen als de energie die er nog in papieren of kunststof wikkeltjes zit optimaal wordt gebruikt om er energie uit te halen. “.

Dus òf Unilever Nederland kan niet achterhalen of er binnen Unilever wereldwijd zoiets is ontwikkeld òf Braungart spreekt niet de waarheid. Wij zijn er niet achter gekomen hoe het zit, en voor dit verhaal is het voor ons van een veel groter belang om het inspirerende concept van afval als voedsel te bekijken. Buiten dat zijn er voldoende andere goede voorbeelden.

UO-lillis-front-greenbuilding-wikimedia-file-thumb

Het Lillis Business gebouw op het Campus terrein van de University of Oregon; achter de ramen zien we zonnecellen die Solarenergy opwekken. Een dergelijke toepassing kan zeker rendabel zijn en het is ook goed voor het milieu. Foto; Wikimedia file greenhouse.

We gaan eens kijken bij Herman Miller, een bedrijf dat al decennia lang design-meubels maakt. Met succes overigens, want het bedrijf staat bovenaan in lijst van 100 topbedrijven van Fortune…

Bill Mc Donough ontwierp met groot succes de productiehal voor het bedrijf, “the greenhouse” zo genoemd door de grote hoeveelheid daglicht waarover hier en hier meer te lezen is, het gebouw werd de standaard in Amerika voor “groene” gebouwen. Het was ook een aanleiding om de producten onder de loep te nemen, inmiddels maakt het bedrijf stoelen volgens het cradle to cradle principe (wieg tot wieg). Het zijn een producten geworden die heel makkelijk demonteerbaar zijn, alle materialen zijn bekeken en er zitten nog maar een paar kleine onderdelen in die een “rode”aanduiding hebben, wat betekent dat ze materiaal bevatten die het milieu nog belasten. Voor die kleine hoeveelheid onderdelen is nog geen oplossing gevonden. Maar de rest van de stoel, zoals bijvoorbeeld de plastic rugleuning, is onder de loep genomen en de leverancier van het plastic heeft alle milieu onvriendelijke stoffen eruit kunnen verwijderen en kunnen vervangen door natuurlijke stoffen. De stoel kan door één persoon in een kwartier volledig uit elkaar worden gehaald. Zo kunnen die materialen heel snel aan een tweede leven beginnen, als ze vervangen moeten worden. Het makkelijk demonteren heeft al voordelen in het assemblageproces want een stoel die makkelijk uit elkaar kan, kan ook makkelijker in elkaar gezet worden. Het zijn dus geen verliesposten maar het maakt het product winstgevender.

En zo zijn er nog vele voorbeelden te geven, het ging ons erom een kennismaking te creëren met het inspirerende principe van dit idee voor een nieuwe industriële revolutie. Er zal nog een hoop moeten gebeuren en er zullen aardig wat beren op de weg zitten, maar waar een wil is is een weg. Veel bedrijven denken dat duurzaamheid en milieuvriendelijke bouw en productie een extra kostenpost betekenen, we hebben nu gezien dat dat absoluut niet zo hoeft te zijn. Ook bij de bouw van onze eigen huizen zijn veel mogelijkheden om volgens het wieg tot wieg principe te bouwen, misschien een idee wat weer boven komt drijven mochten we ooit in die positie zijn om een eigen huis te (laten) bouwen.

Bronnen:

THE NEXT INDUSTRIAL REVOLUTION

William McDonough at Bioneers 2000 Video

William Mc Donough and partners presentation

Home Sweat Earthship;

(Hoe bouw ik een groen huis van
oude autobanden en oude blikjes?)

Think Green

Green roofs