De meesterwerken van Antoni Gaudi

Antoni Gaudí werd geboren op 25 juni 1852 in de Calle de San Juan in Reus als zoon van een kopersmid. Hij kreeg op jonge leeftijd reuma waardoor hij vaak niet met de andere kinderen kon spelen. Als zijn gezondheid het toeliet maakte hij tochten door de omgeving, te voet of op een ezeltje; het vervoersmiddel voor de armen. Tijdens zijn tochten bekeek hij de natuur en de gebouwen tot in de kleinste details.

museumhuis-park-Guell-thumb
Het huis in park Guell waar Gaudí woonde van 1906 tot zijn dood in 1926. Met de bouw van het huis werd al in 1900 begonnen. Het huis is nu een museum waar onder andere meubels, spiegels en ander meubilair, ontworpen door Gaudí, is te vinden.

Antoni Gaudí (1852-1926) en het tijdsbeeld
Toen hij 17 jaar oud was, vertrok hij naar Barcelona om er architectuur te studeren. Als kind van arme ouders werkte hij gedurende zijn studietijd bij diverse architecten om wat geld te verdienen. Een onopvallende student was hij echter niet want hij viel al snel op door zijn eigenzinnigheid. Gedurende zijn zoektocht naar zijn eigen stijl ontwikkelde de Art Nouveau (ook wel Jugendstil genoemd) zich. Het was een modetrend met sierlijke natuurvormen want de strakke lijnen van gebouwen en meubels vond men helemaal passé. Die trend werd aangewakkerd door John Ruskin die in 1853 schreef dat het ornament de oorsprong is van de architectuur en Antoni was het daar helemaal mee eens. Daarnaast had hij ook grote interesse voor de Neogotiek wat ook helemaal in was in het Europa van toen.

Park Güell (1900/1914)
Eusebi Güell, een vriend en bewonderaar van Gaudí, kocht Muntanya Pelada op; een volkomen kaal terrein van 15 ha groot, omdat hij er een park met woonwijk wilde realiseren. Maar de grond leek in eerste instantie een miskoop want het hellende terrein met zijn rotsachtige grond was eigenlijk helemaal niet geschikt voor bebouwing. Daarnaast ontbeerde het terrein een natuurlijke watertoevoer waardoor het niet direct geschikt was voor beplanting. Eusebi verdeelde het gebied in percelen met een gereserveerd stuk voor het geplande park en bood het te koop aan. Maar uiteindelijk werden er maar 2 percelen van verkocht. Het hele project was dus eigenlijk een beetje hopeloos maar Gaudí, eigenzinnig als altijd, bekeek de woeste natuur aandachtig. Weldra ontsponnen zich in zijn hoofd de ontwerpen voor de gebouwen die zich voegden naar de golvende vormen van het landschap. Toen hij zijn ideeën uitwerkte kleurde hij de In het oog springende delen van de gebouwen in met Mudéjar accenten.

Mudéjar in een mengvorm tussen de Moorse architectuur met zijn kleurige mozaïeken en Spaanse bouwstijl. Een groot voordeel bij het geplande project was dat de steensoort – die op het terrein veelvuldig voorkwam – prima als bouwmateriaal was te gebruiken. Voor de vele mozaïeken die Gaudí in zijn hoofd had werden de zogenaamde ‘trencadis’ of misbaksels en overige afvalproducten van omliggende keramische bedrijven gebruikt. Zo konden op goedkope wijze, meesterlijke kunstwerken worden gerealiseerd. Zowel Eusebi als Antoni waren voorvechters van een sociale samenleving en gemeenschappelijke arbeid en Antoni was dan ook, wanneer zijn broze gezondheid het toeliet, permanent op het bouwterrein aanwezig. Daarbij was hij voor iedereen aanspreekbaar en maakte net zo makkelijk een praatje met de arbeiders als met het hoger opgeleide personeel en dat waardeerden alle medewerkers van hoog tot laag.

Cradle to cradle
Gaudí maakte veelvuldig gebruik van het afval van de aardewerk fabrieken en daarnaast gebruikte hij ook oud metaal voor gekleurde ramen en kunstige hekken. Zo gebruikte hij voor de traliewerken aan de
buitenzijde van de gekleurde ramen van de Crypte Colònia Güell, de oude afgeschreven weefnaalden van de stoffenfabriek van Colònia. Voor de gebouwen in Park Güell gebruikte hij de steenbrokken die veelvuldig op het terrein te vinden waren. In de ramen en op de gevel van Casa Batlló hergebruikte hij weer de glasresten van de keramische industrie. We kunnen dus wel stellen hij heel inventief te werk ging bij de realisatie van zijn projecten. Het hergebruik van afgeschreven materialen past heel goed bij zijn liefde voor de natuur want het is immers veel beter voor het milieu.

Calle-olot-portierswoning-thumb1
De portierswoning bij de ingang van het park Güell aan de Calle Olot, gebouwd met de ruwe natuursteen brokken van het terrein. Op het dak en rond de ramen zien we weer de resten van de aardewerk fabrieken.

park-Guell-grieks-theater-thumb-1
Het Griekse openluchttheater met daaronder de ‘Dorische tempel’ met zijn zuilengalerij.

Architect Josep Maria Jujol
De kleurige resten van de keramische industrie werden verwerkt in de golvende vormen die Antoni Gaudí graag toepaste in zijn artistieke ontwerpen. Bij het ontwerp en de realisatie van de mozaïeken van het Griekse openluchttheater en de Dorische zuilengalerij eronder, werd Architect Josep Maria Jujol nauw betrokken. Op de foto hierboven zie je de golvende bank van het openlucht theater met zijn mozaïek rugleuning. De hoge toren met het kruis hoort bij het kantoorgebouw aan de ingang van Park Güell en menig wandelaar gebruikt de toren daarom als een oriëntatie punt.

mozaiek-medaillons-Josep-M-Jujol-thumb
De Dorische zuilengalerij onder het openluchttheater naar Grieks ontwerp met de vele mozaïek ontwerpen van Architect Josep Maria Jujol.

tegelwerk-guell-open-2-thumb
Het mozaïek op de bank van het theater. De bank slingert zich als een enorme Python rond het openluchttheater en maakt deel uit van het watersysteem in het park. Door de holle Dorische zuilen loopt het regenwater naar een enorm waterreservoir met een capaciteit van 12.000 liter, waarmee het waterprobleem van het park werd opgelost.

Park Güell op Wereld Erfgoedlijst
In het park zijn vele palmbomen en mediterrane planten te vinden. De wegen in het park zijn zo aangelegd dat ze mooi bij de natuur aansluiten. In sommige delen van het park loopt een dubbele viaduct, opgebouwd uit de natuurstenen brokken van het terrein. De zuilen lijken allemaal massief maar ze zijn hol van binnen want ze maken deel uit van het omvangrijke watersysteem in het park. De kleurige mozaïeken en de sprookjesachtige wegen in het park laten bij de meeste bezoekers een bijzondere en onvergetelijke herinnering achter. Het park werd in 1969 benoemd tot Nationaal Monument en Unesco plaatste het in 1984 op de Wereld Erfgoedlijst. In 1987 werd het park gedeeltelijk gerestaureerd door architecten Elies Torres i Tur en Josep Antoni Martines i Lapeňa.

Casa
Batlló (1904/1906)

Josep Batlló i Casanovas, stoffenfabrikant, wilde zijn huis in Barcelona graag veranderd zien. Het huis uit 1877 was een saai bouwwerk dat helemaal niet opviel in de dure wijk en  Josep Batlló wilde daar graag wat verandering in brengen. Aanvankelijk wilde Josep zijn huis helemaal laten herbouwen maar Gaudí bestudeerde het ietwat smalle huis en besloot dat het totale herbouwen niet nodig was. Hij ging achter zijn tekenbord zitten en toen hij de bouwplannen indiende bij het stadsbestuur, vonden zij dat de toegestane hoogte werd overschreden door de extra verdieping die Gaudí in gedachten had en dat de zuilen voor de pui echt niet konden. Maar Gaudí, eigenzinnig als altijd, trok er zich helemaal niets van aan en bouwde lustig verder. Het huis veranderde van zijn oorspronkelijk strakke, saaie vorm in een natuurlijk geheel met golvende vormen, talrijke mozaïeken en schitterende glas in lood ramen met zachte pasteltinten. Op het dak veranderden de watertank en de schoorsteen in prachtige kunstwerken, ingelegd met mozaïek. Aan de voorgevel werden sierlijke balkonnetjes gemonteerd die natuurlijk helemaal in de Art Nouveau stijl waren ontworpen. Josep Batlló was in zijn nopjes want in het ochtendlicht leek de voorgevel met zijn blauwige glasramen wel op het water van de golvende zee.

casa.batllo-thumb-2
Casa Batlló (1904-1906) het huis heeft een welvend dak met bruine dakpannen die de vorm hebben van schubben, waardoor het dak aan de rug van een leguaan doet denken.

Antoni Gaudí ontwierp niet alleen gebouwen; hij ontwierp ook meubels, spiegels, fonteinen, straatlantaarns (te vinden op de Plaça Real) en tuinhekken en maakte zelfs tekeningen* voor een groot hotel in New York. Maar dat hotelproject kwam helaas niet verder dan de tekentafel. Het huis Casa Batlló is in Art Nouveau stijl ontworpen, want dat was in die tijd helemaal trendy. Die bouwstijl vergde veel arbeidsuren want alle smeedijzeren hekken, houten deuren, golvende raamlijsten etc. werden door vaklieden naar ontwerp gemaakt.

Sagrada Família (1883/tot op heden)
Meer dan 100 jaar geleden nam Antoni de bouw van de kathedraal over van architect Fransisco de Paula de Villar die de opdracht om onduidelijke redenen toch nog weigerde. Toen men aan de bouw begon was de omgeving totaal onbebouwd maar inmiddels ligt de kathedraal in de stad en staan er vele huizen omheen. Het enorme gebouw staat nog steeds gedeeltelijk in de stijgers maar is al wel te bezoeken. Dat bezoek is zeker de moeite waard want bij menig bezoeker valt de mond open van verbazing. In ieder hoekje van de Kathedraal, zowel aan de binnen – als de buitenkant, valt wel iets wonderbaarlijks te ontdekken. De basiliek van de Sagrada Família in Barcelona staat nog voor een deel in de stijgers want het bouwwerk is nog niet af. De beelden van de musicerende engelen zijn gemaakt door beeldhouwer Etsuro Sotoo.

geboortegevel-voltooid-1-thumb
Op de foto; de voltooide ‘Geboorte gevel’. Bovenop de geboortegevel, tussen de torens, staat de groene boom des levens met zijn witte duiven.

groep-musicerende-engelen-thumb1
De beelden van de musicerende engelen zijn gemaakt door beeldhouwer Etsuro Sotoo uit Japan.

drie-wijzen-thumb-1
De ‘Drie wijzen uit het oosten’ met op het voetstuk de planten en de dieren die er liefdevol zijn uitgewerkt. Die liefde voor de natuur is overduidelijk aanwezig in de vormgeving en de sierlijke beeldhouwwerken van de kathedraal.

herders-veld-thumb-1
De ‘Herders op de velden’ met daaronder de dieren en de planten. De kalkstenen figuren zijn zo mooi uitgewerkt dat het wel lijkt alsof ze zijn geboetseerd uit klei.

in-de-stal-thumb-1
Close up van de beeldengroep ‘In de stal’, compleet met os.

toren-venetiaans-mozaiek-thumb-1
Venetiaanse mozaïeken sieren de toppen van de torens die via een hoge wenteltrap te bereiken zijn.

zijbeuk-j-bonet-i-armengol-thumb1
Het interieur van de kathedraal doet denken aan een woud van plantenstengels met aan de bovenzijde de vele kleurige bloemen. Op de foto; een gedeelte van de zogenaamde zijbeuk die onder leiding van Jordi Bonet i Armengol werd voltooid.

Japanse beeldhouwer voor beeldengroep
Er werk(t)en ambachtslieden uit velerlei hoeken mee aan de realisatie van de ontwerpen die Anthoni Gaudí in basis ooit begon te maken. Er zijn veel schetsen van Gaudí voor de kathedraal, maar sommige delen waren toch nog niet helemaal tot in detail uitgewerkt. Om die gedeelten verder uit te werken heeft men de Japanse ontwerper en beeldhouwer Etsuro Sotoo gecontracteerd. Zijn liefdevolle natuurontwerpen deden ook erg aan die van Gaudí denken; hij is een groot bewonderaar van Gaudí en werkt sinds 1978 mee aan de vormgeving van de beelden.

naar-hotel-New-York-thumb
Het gebouw in Barcelona ’s zakelijke centrum (Torre Agbar) dat erg doet denken aan het ontwerp voor ‘Hotel New York’ (het project dat niet verder kwam dan de tekentafel), alleen had Gaudí er graag meerdere kleinere en smallere torens nog omheen gezien.

Architectuur als kunstproject
Zijn architecten eigenlijk kunstenaars? Die mening hoor je vaak, maar waarom hebben veel stedelijke gebieden dan een zo dodelijk strakke en saaie vormgeving, terwijl je er toch zo veel leuke spannende dingen mee kunt doen. Ligt het aan een gebrek aan visie of was de architect niet kunstzinnig genoeg? Antoni Gaudí kon in zijn kinderjaren uren bezig zijn met het bekijken van bepaalde invalshoeken rondom de gebouwen in zijn omgeving. Hij bestudeerde en kopieerde die delen die hij oogstrelend vond en maakte de architectuur weer tot een spannende belevenis. Zijn ontwerpen trekken jaarlijks duizenden bezoekers en het loont daarom wellicht de moeite om wat meer tijd en geld te steken in mooiere ontwerpen. Helaas zijn die mozaïekprojecten niet overal
te realiseren want vorst heeft een funeste uitwerking op het broze aardewerk. Maar naast de uiterlijke vormgeving kun je in de gebouwen zelf ook veel spannende kunstzinnige accenten realiseren om grauwe strakke woonwijken weer tot een mooie architectonische belevenis om te vormen.

Op 12 juni 1926 was half Barcelona in rouw want Antoni was vijf dagen daarvoor na een ongeluk om het leven gekomen. Hij ligt begraven in de crypte in park Güell.

(Geschreven door administrator.)

Wij wensen al onze lezers een vrolijk kerstfeest en een gelukkig en voorspoedig 2015!

Alle foto’s in dit artikel (gereduceerd); met dank aan de Javiera©Castro (fotografe). Wilt u een foto van haar overnemen (copy right!), neem dan contact op met de redactie. Javiera; Muchas gracias por las excelentes fotos.

Antoni GAUDÌ – Parc GÜELL
https://www.youtube.com/watch?v=3gy8gAVywfs
Antoni GAUDI – Casa BATLLO’
https://www.youtube.com/watch?v=YF9ns51d9I4
Antoni GAUDI – La SAGRADA Familia
https://www.youtube.com/watch?v=hrVriOAt90o
Fractales. A la caza de la dimensión oculta
https://www.youtube.com/watch?v=YIRFrBLDLEo
Fractals The Hidden Dimension
https://www.youtube.com/watch?v=xLgaoorsi9U
Nature by Numbers
https://www.youtube.com/watch?v=-WF6V9RQFz8&index=3&list=PLBC088EED03E85532

Gebouwen waaraan Gaudí werkte
Casa Vicens (1883-1888), Calle de Carolines, Barcelona (Moorse stijl)
El Capricho (1883-1885) (Mudéjar stijl)
Finca Güell (1884-1887) het portiers huisje, de drakenpoort en de paardenstallen
Palacio Güell (1886-1889)
Casa Calvet (1898-1900)
Crypte Colònia Güell (1898-1917)
Bellesguard (1900-1914)
Park Güell (1900/1914)

Bronvermelding
De Basiliek van de Sagrada Familia (Triangle Postals)
Gaudí (Taschen)
Antoni Gaudí, al zijn werken (Taschen)

Linken met betrekking tot dit onderwerp
http://en.wikipedia.org/wiki/Recycling
http://www.economist.com/node/9249262
http://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzaam_ontwerpen

Tags; cradle to cradle, hergebruik, Art Nouveau, Mudéjar, Jugendstil, architectuur, beeldhouwkunst, mozaïek, Antoni Gaudí,