Verkenningen van het Paranormale Deel 6: De Stille Kracht

Zij wreef zich nog even vlug met de witte zalf, die Oerip altijd bereidde, haar tovermiddel van jeugd, lenigheid en harde blankheid…Ze bekeek haar lichaam in de spiegel…Naakt in bad staand, zag ze op haar dij een klein rood spatje. Zij lette er niet op, denkend aan iets in het water, een blaadje, een dood insect, ze wreef het af…maar zich wrijvend zag ze op haar borst twee, drie grotere spatten, donkervermiljoen. (Geschreven door S. in ‘t Veld)

wikimediafile-pagaruyung-palace-thumbnail

Foto; Wikimediafile Pagaruyung Palace.

Zij werd plotseling koud, niet wetend, niet begrijpend…Weer wreef zij zich af en zij nam de handdoek waar de spatjes al achterlieten iets viezigs, als van dik bloed…Een rilling huiverde over haar van hoofd tot voeten…en plotseling zag zij…uit de hoeken van de badkamer, als uit een onzichtbaar spugende mond, kwamen de spatjes aan…eerst klein, nu groter, als uitgespogen door een kwijlende sirihmond (Sirih: zie voetnoot 1). Stervenskoud gaf zij een gil…De spatten, nu dikker, werden vol uitgespogen, tegen haar aan. Haar lichaam was vuil bezoedeld met een groezelig rinnend rood…Ze gaf een gil, geheel krankzinnig van het vreemde gebeuren. Ze stortte zich op de deur (van de badkamer), wilde ze openen, maar er haperde iets aan de (deur)kruk…In haar rug voelde ze herhaaldelijk spugen en van haar billen droop het rood…Zij gilde om Oerip…” Fragment uit: ‘De Stille kracht’ van Louis Couperus. (Louis Couperus over Goena-Goena)

De Stille Kracht

Het klassieke verhaal “De Stille Kracht” speelt zich af in het plaatsje Laboewangi op Java in het voormalige Nederlands-Indië. Meneer Van Oudijck (de Resident van Laboewangi) en zijn gezin krijgen te maken met een aantal vreemde en onverklaarbare verschijnselen die zich in en om het huis voordoen. In het door Louis Couperus geschreven fictieve verhaal, mogelijk gebaseerd op ware feiten, worden diverse achtergronden en oorzaken van de vreemde verschijnselen langzaam maar zeker onthult. Louis Couperus heeft zich waarschijnlijk erg goed laten voorlichten over vreemde paranormale verschijnselen op Java en hun oorzakelijke achtergronden: die gegevens werkt hij in zijn boek nauwgezet uit. ‘Stille kracht’ is een andere benaming voor wat de Indonesiërs Goena-Goena noemen: een magische of paranormale beïnvloeding op afstand waarbij telekinetische effecten zich manifesteren. Telekinese is het op paranormale wijze verplaatsen of bewegen van voorwerpen zonder dat deze zichtbaar worden aangeraakt. Goena-Goena of Stille Kracht zou veelvuldiger bij Oosterse volkeren voorkomen omdat die volkeren door hun omgangsvormen en beleefdheids gewoonten minder snel hun emoties tonen dan de doorsnee westerling. De onderliggende gedachte is hier dat de telekinetische krachten die de vreemde verschijnselen in beweging zetten, hun oorsprong hebben in heftige opgekropte emoties, waarbij bijkomende frustraties hoog op kunnen lopen: een oosterling kan je nog vriendelijk beleefd toelachen terwijl hij eigenlijk in zijn hart misschien wel zwaar beledigd is. De opgebouwde emotionele energie ontlaadt zich dan door middel van de vreemde telekinetische effecten. Om deze reden zouden paranormale manifestaties dan ook vaker rond kinderen voorkomen dan rond volwassenen: volwassenen kunnen hun emoties beter onder woorden brengen of gaan over tot een handgemeen. Het gevolg is dat de opgebouwde emotionele lading zich dan ontlaad. Goena-Goena of Guna-Guna wordt door sommigen ook vergeleken met zwarte magie of Voodoo
maar er zijn niet direct bewijzen te vinden die dit volksgeloof bevestigen.

Een feit hierbij is dat diezelfde paranormale verschijnselen zich min of meer ook voordeden bij het geval van Anne-marie (zie deel 1 van deze reeks verkenningen van het Paranormale). In Anne-Marie’s geval werd er inkt verspreid i.p.v. het rode spul: Sirihsap. (Zie deel 1 van deze reeks paranormale verkenningen.)

wikimediafile-prambanancomplex-thumbnail

Foto: Wikimedia bestand; Prambanan complex.

Korte samenvatting van het boek ‘De stille kracht’

Voor het alledaagse oog is de Hollandse vooraanstaande familie Van Oudijck misschien een voorbeeld van netheid en orde, maar toch is er heel wat aan de hand:

De 2e vrouw van Otto Van Oudijck – Léonie, oogt knap en lijkt beschaafd maar ze heeft stiekem een verhouding met zijn oudste zoon Theo. In de maanden dat ze zonder haar echtgenoot op Batavia verblijft weten ook heel wat vreemde heren haar slaapkamer te vinden. Léonie koopt haar bedienden om met dure geschenken zodat zij hun mond houden tegen Van Oudijck over haar buitenechtelijke escapades. Zo schenkt ze Oerip (haar bediende) sarongs, een gouden pending en een lange diamanten speld.

Al op de eerste dag van haar terugkomst uit Batavia gaat het verkeerd in de woning van de Resident: tijdens de Siësta sluipt de volwassen zoon van meneer Van Oudijck – Theo – stiekem naar zijn stiefmoeder, die in haar slaapkamer is…ze vrijen hartstochtelijk…een steen sist plotseling door de slaapkamer…Theo raapt het steentje op: het is een grint steentje. Léonie krijgt een bang voorgevoel want hoe kan de steen zomaar door de slaapkamer heen suizen? Maar Theo lacht luid om haar angst: het is vast weer een streek van de losgeslagen knullen Rene en Ricus.

De jongste zoons van Van Oudijck (uit zijn eerste huwelijk) Rene en Ricus halen zoveel kattenkwaad uit dat ze de ergernis van de bedienden op zich halen: ze jagen op de Tokkè’s (een wandhagedissen soort) met de Soempitan (blaaspijp). Maar Tokkè’s brengen volgens de bedienden juist geluk: een slechte daad dus om op Tokkè’s te schieten. De losgeslagen jongens maken er ook een gewoonte van om de Javaanse bevolking flink brutaal uit te schelden.

Na een receptie in Eva Eldersma’s huis organiseert de gastvrouw een seance: hierbij laten ze een tafel dansen. De dansende tafel vertelde door middel van tikken op de grond dat Léonie een verhouding had met Theo en met Addy. En dat zij ook stiekem herenbezoek ontving op Batavia. De tafel tikte ook de voorspelling: dat er binnenkort een oorlog zou komen en dat er gevaar dreigde voor Laboewangi. Er zou een opstand komen en de naam Soenario werd daarbij genoemd.

Dan krijgt Léonie inderdaad ook nog een oogje op Addy, de vriend van haar stiefdochter Doddy…Theo waarschuwt haar nog met een sissend: “pas op!” Maar Léonie luistert niet…Op een avond ziet ze haar kans schoon en verleidt ze de jonge man.

Theo is flink jaloers en Léonie geniet van de rivaliteit tussen de beide mannen: ze voelt zich gelukkig…Als Theo boos zijn rivaal Addy opzoekt, vertelt Addy hem dat hij nog een halfbroer heeft in de Kampong: Si-Oudijck, verwekt door zijn vader bij een vrouw in de kampong in de tijd toen zijn vader er nog controleur was. Samen bezoeken ze de jonge man die door zijn vader Van Oudijck niet erkend wordt: de jongeman leefde sinds de dood van zijn moeder van hetgeen wat men hem (door zijn gebedel) gaf.

Maar er is nog veel meer aan de hand:

Oerip, haar bediende maakt voor haar een speciale (hormonale?)crème (zie voetnoot 2) die haar
eerste opkomende rimpels laat verdwijnen als sneeuw voor de zon…De crème kost erg veel geld…Oerip weet dat Léonie niet wil weten…waar het zalfje van wordt gemaakt. Niet lang daarna horen de bedienden de Pontianaks (zielen van kinderen) huilen in de bomen…Oerip weet het wel: als de kinderzielen huilen in de bomen komt er ‘tjelaka kandjeng’ (onheil). De Oerip-figuur in het verhaal had misschien beter moeten weten: de kinderzielen huilden mogelijk om de hormonale zalf die zij maakte voor Léonie. Maar Oerip vertelt Léonie dat de Pontianaks vast huilen om wat de Resident heeft gedaan…Hij had, zo vertelde ze, de ‘Passar Malam’ op een verkeerde dag gehouden en heeft de nieuwe waterput van de Kampong niet ingewijd met een ‘sedeka’ (offermaal)…nu rees volgens haar uit de nieuwe put “de vrouw met het bloedende gat in de borst…”

Doddy vertelt dat ze al twee maal een Witte Hadji heeft gezien…de Witte Hadji is volgens de Javanen een spook dat onheil brengt… Léonie vertelt haar man Otto dat de bedienden geen gebruik willen maken van de nieuwe put, omdat er, volgens Oerip, geen sedeka (offermaal) is gehouden. Otto vindt dat onzin en wil niet alsnog een sedeka houden: de put is toch al twee maanden oud. Hij zegt dat het net zoiets zou zijn als mosterd na de maaltijd.

Wanneer Léonie en Theo weer eens samen zijn en Oerip haar net het verhaal over de huilende kinderzielen in de bomen heeft verteld, horen ze zelf ook het gekerm en gejammer ik de bomen:

Nu hoorden Theo en Léonie het vreemde geluid van de Pontianaks ook: het gekerm en gesnik was heel duidelijk en het kwam uit de bomen aan het einde van de tuin…Léonie zag spierwit en rilde over haar lichaam…”

Wat later liepen ze naar haar kamer…”toen was het dat ze hoorde suizen, een kleine ronde steen vloog door de galerij en viel ergens neer…Ze gaf een gil…”

Wanneer Doddy thuis komt ziet het meisje bleek en ze siddert: ze is met stenen geworpen. Ze dacht eerst nog dat een brutale Javaan was geweest. Maar nu zij Theo en Leonie zo samen ziet, begint zij hieraan te twijfelen. Leonie is bang dat haar verhouding met Theo hiervan de oorzaak is. Theo zegt dat Léonie maar bijgelovig is. Leonie is bang en stuurt hem daarom weg van haar slaapkamer.

Wanneer Léonie daarna een bad neemt volgen de vreemde gebeurtenissen elkaar snel op:

Terwijl ze zich staat te baden wordt ze door onzichtbare monden bespuugd met rode, op bloed gelijkende drap, dat eruit ziet als Sirihsap van het betelkruid. De rode klodders komen uit de hoeken van de badkamer maar er is in die hoeken verder niets te zien! Léonie voelt zich ijskoud en de rillingen lopen over haar lijf. Ze gilt uit angst en waanzin om Oerip, haar bediende. Ze rent naar de badkamerdeur en probeert hem te openen maar de deurkruk hapert: de deur gaat niet open, totdat Oerip haar komt helpen.

Léonie laat de rode drap van zich afwassen door haar bediende en wil dat Oerip de kimono die ze omsloeg verbrandt. De onwetende Otto wordt niet op de hoogte gesteld van de laatste gebeurtenissen. Maar hij wist wel van haar avontuurtjes in Batavia: hij stond het haar stilzwijgend toe. Na het voorval wordt Léonie ziek: ze krijgt zenuwkoorts.

In Laboewangi gaat inmiddels het gerucht rond dat het spookt in het huis van de Resident…Otto van Oudijck heeft de Javaanse regent van Laboewangi – Raden Adipati Soerio Soenario gedreigd dat hij zijn broer – de regent van Ngadjiwa zal ontslaan omdat hij drinkt en erg veel geld vergokt. De moeder van Soenario smeekt hem vervolgens om dit niet te doen omdat dat schande over de familie zal brengen. Wanneer de broer van Soenario – als krankzinnig, zwaar bedronken en beneveld door de kampong loopt, is Otto van Oudijck het zat. Hij ontslaat de zich misdragende man…Maar volgens de inlanders heeft Soenario een goddelijke toverkracht in zich en brengt zelfs het badwater waarin hij zich baadt, zieken de genezing“Hij had een blik als in voortdurende trance,
hij had een faam van heiligheid en geheimzinnigheid…Soms keek hij of hij slaap had, dan weer gloeiden zijn vreemde ogen op…”

Daags daarna vertrekt Theo naar Soerabaia, omdat hij er een baan kan krijgen. Léonie is gaan logeren bij kennissen en heeft de twee kleine jongens meegenomen. Ondertussen is het meeste bedieningspersoneel het huis van de Resident ontvlucht: Otto blijft alleen in het huis achter. De vreemde gebeurtenissen blijven het residentiehuis teisteren…

Een grote steen vernield op onverklaarbare manier een spiegel, Otto’s bed wordt bezoedeld, glazen breken spontaan in kleine stukjes in de woning, de Whisky is plotseling bedorven en er klinkt een vreemd hamergeluid. Zelfs de buren verderop de Eldersma’s, horen nu geluiden als van huilende kinderen. Heel Laboewangi spreekt nu over de vreemde gebeurtenissen.

Otto van Oudijck haalt soldaten om de zaak te onderzoeken, maar zij vinden geen mogelijke verdachten. Zij omsingelen het Residentiele huis en verblijven in de badkamer. Om onverklaarbare redenen wordt de volgende dag de badkamer afgebroken…De soldaten durven niet te praten over wat er die nacht is gebeurd. De gouverneur-generaal raadt Otto dringend aan met verlof naar Nederland te gaan, maar Otto weigert. Hij neemt tijdelijk zijn intrek bij de Eldersma’s. Het residentiele huis wordt nu helemaal schoongemaakt.

De vreemde gebeurtenissen eindigen abrupt na een gesprek tussen Otto, Soenario en zijn moeder Raden-Ajoe Pangéran. Otto besluit iedereen uit te nodigen voor een Nieuwjaarsbal. Hij voelt zich oppermachtig nu de stille kracht (door zijn toedoen zoals hij denkt) is verdwenen.

wikimediafile-borobudur-java-thumbnail

Foto: Wikimedia bestand; Borobudur op Java.

Over Louis Couperus

Louis Couperus werd geboren te Den Haag op 10 juni 1863 als jongste kind van elf kinderen. Zijn vader was mr. John Ricus Couperus en zijn moeder Jonkvrouwe Catharina Geertruida Reynst. In 1872 vertrok hij met zijn ouders naar Batavia in Nederlands-Indië. Louis Couperus bracht er zes jaar van zijn jeugd door. Zijn vader had er de functie van bestuursambtenaar (raadsheer). In 1878 keerde het gezin naar Nederland terug. Tot ongenoegen van zijn vader bracht Louis het niet ver op de Handelsschool in Nederland. Nadat hij in 1883 het diploma M.O.-Nederlands gehaald had, wijdde hij zich geheel aan zijn schrijverschap. Na zijn huwelijk in 1891 met zijn nicht Elisabeth Baud verbleef hij vooral in het buitenland. Hij reisde veel naar Zuid-Frankrijk, Duitsland, Engeland, Spanje, Japan en Italië. In Frankrijk vestigde Couperus zich enige tijd als schrijver in Nice. Hij maakte ook reizen naar het Verre Oosten. In 1903 was hij een van de oprichters van Groot Nederland. Hij was een bijzonder productieve auteur maar werd in zijn tijd vaak verfoeid omdat hij graag als een Dandy voor de fotograaf poseerde. In 1923 vestigde Louis Couperus zich in De Steeg, nabij Rheden, in een door vrienden en bewonderaars aangeboden huis, waar hij in juli 1923 op 60-jarige leeftijd overleed aan longvliesontsteking en bloedvergiftiging. Kort daarvoor was hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij werd onder enorme belangstelling gecremeerd in het Crematorium Velsen te Driehuis. Zijn as werd een jaar later bijgezet op Begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag onder een monument met een afgebroken zuil. De as van zijn vrouw werd daar, na haar dood in 1960, ook bijgezet. In 1993 werd het Louis Couperus Genootschap opgericht om liefhebbers van het werk van Louis Couperus bijeen te brengen en wetenschappelijk onderzoek naar het leven en het oeuvre van de
auteur te stimuleren. Het Genootschap brengt het tijdschrift Arabesken uit.

Paranormale effecten in het boek

De dansende tafel tijdens de Seance bij de Eldersma’s:

Tijdens seances een niet ongewoon verschijnsel.

De vreemd rondvliegende stenen:

Overspel wordt bij sommige Oosterse volkeren gestraft als vanouds door steniging van de overspelige.

Het zien van de ‘Witte Hadji’: het zogenaamde spook

De witte Hadji blijkt de onerkende zoon Si-Oudijck van Otto van Oudijck te zijn: hij brengt de belastende brieven over Léonie’s overspelige gedrag naar zijn vader.

Het kindergejammer dat uit de bomen leek te komen

De Pontianaks of kinderzielen huilden mogelijk om de hormonale zalf die Oerip bereidde voor Léonie en waarmee Léonie zich vaak insmeerde? Hormonale zalven kunnen een negatief effect hebben op ongeborenen. Dat zou meteen het gespuug met de rode drab in de badkamer verklaren. Een andere oorzaak voor het rode gespuug: zie hieronder

Het gespuug met de rode drab, gelijkend op Sirihsap in de badkamer

De Sirih Betelpeper is een kruid waarvan de bladeren medische eigenschappen hebben. Het is een meerjarige, groenblijvende klimplant met hartvormige bladeren en witte samengestelde bloemtrossen. Het kruid wordt ook gebruikt als afrodisiacum: een middel dat de geslachtsdrift kunstmatig versterkt. Zie verder voetnoot 1.

De bijkomende koude tijdens het gespuug in de badkamer

Extreme plotselinge kou in huis is een veelgenoemd verschijnsel bij geestverschijningen of paranormale manifestaties.

De weigerende deurkruk

Weigerende deurkrukken en haperende apparatuur worden vaak genoemd bij paranormale manifestaties.

De brekende glazen

Spontaan brekend glaswerk is een veel genoemd klopgeest verschijnsel.

Vreemde klopgeluiden die klinken als een hamergeluid

Meestal worden bij paranormale manifestaties klopgeluiden gehoord.

Otto’s bed wordt bezoedeld

De mogelijke onderliggende oorzaak: zijn oudste zoon Si-Oudijck die hij niet wil erkennen.

De brekende spiegel

Spontaan brekend glaswerk is een veel genoemd klopgeest verschijnsel.

De plotseling bedorven Whisky

Het plotseling bederven van etenswaren is ook een veel genoemd verschijnsel bij paranormale activiteiten.

Conclusie

De vreemde verhalen rond de paranormale fenomenen op Batavia moeten het gezin Couperus hebben bereikt rond de periode dat het gezin in Batavia verbleef. Het fictieve verhaal geeft de indruk dat de spookverschijnselen op Java mogelijk niet zomaar gebeurden. De beschreven paranormale effecten in het boek “De Stille Kracht” hadden blijkbaar alles te maken met het gedrag van de personen in het fictieve verhaal: ze hadden volgens het verhaal van Louis Couperus een betekenis en dienden blijkbaar om losgeslagen en verkeerd gelopen situaties te corrigeren en het misbruik van mensen af te straffen. Louis Couperus bracht 6 jaar van zijn jeugd door op Batavia in Nederlands-Indië en zijn vader was er Raadheer. Hij heeft mogelijk diverse vreemde gebeurtenissen in verschillende gezinnen of huizen als bron voor zijn boek gebruikt. Over de eventuele riten en werkwijzen van de medicijnmannen op Batavia is niet veel bekend. Maar de kennis omtrent het gebruik van plantaardige en
dierlijke stoffen zal van gelijke strekking zijn geweest als die kennis die de hedendaagse Sjamanen elders op de wereld ook tot hun beschikking hebben. We weten van de medicijnmannen uit b.v. Amerika dat zij een zeer uitgebreide kennis hadden (en soms nog hebben: die doorgegeven kennis neemt tegenwoordig helaas af per generatie) van planten en hun geneeskrachtige (en soms bedwelmende) werking. Die uitgebreide kennis over planten hadden onze westerse medicijn mannen en vrouwen vroeger ook maar hier in het westen is die kennis grotendeels vernietigd gedurende de periode van de Heksenvervolgingen. Onze hedendaagse medicijnen danken wij grotendeels aan de kennis van o.a. die Indiaanse en Indonesische medicijnmannen. Gelukkig zijn er tegenwoordig heel wat mensen uit de farmaceutische wereld die de kennis die de hedendaagse medicijnmannen nog hebben, nauwkeurig optekenen en monsters van de door hen aangewezen geneeskrachtige planten en soms ook dieren of dierlijke producten meenemen naar laboratoria voor een uitgebreid onderzoek naar de geneeskrachtige stoffen.

Voetnoot 1

Sirih of Betelpeper (Betel) is een plant uit de familie van de Peperachtigen en is vooral bekend door het gebruik van het betelkauwen. (In Indonesië: het kauwen van de Sirih-Pinang). De Betelpeper is een kruid waarvan de bladeren medische eigenschappen hebben. Het is een meerjarige, groenblijvende klimplant met hartvormige bladeren en witte samengestelde bloemtrossen. De plant komt oorspronkelijk voor in Maleisië, maar hij komt nu ook veelvuldig voor in India, Sri Lanka en Indonesië. De beste variëteit van de betelpeper is de “Magahi” variant die wordt gekweekt in India. Het kruid wordt ook gebruikt als afrodisiacum: een middel dat de geslachtsdrift kunstmatig versterkt.

Voetnoot 2

Veel geneesmiddelen worden van planten gemaakt. Daarnaast worden dierlijke stoffen, mineralen en chemische stoffen gebruikt. In sommige huidcrèmes worden ook hormoonstoffen gebruikt:

Bijvoorbeeld: Diprosone en Topicorte zijn beide corticose zalven, ofwel hormoonzalven. Het veelvuldig gebruik van sommige van die stoffen kan een sterk negatief effect hebben op de ongeborene (de stoffen passeren de placenta en hebben een remmende werking op de groei) en de zalven worden daarom ook ontraden tijdens de periode van het geven van borstvoeding.

Beroemde boeken van Louis Couperus

‘De Stille Kracht’, ‘Eline Vere’, ‘Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan’, ‘Korte arabesken’ en ‘De boeken der kleine zielen’.

Linken over dit onderwerp:

Louis Couperus en zijn boek de Stille Kracht

http://cf.hum.uva.nl/dsp/rr/kolonialisme2/inge/StilleKracht.htm

Collegenet

http://www.louiscouperus.nl/index.htm?url=/Artikelen/Janssens.htm

http://www.verdec.com/hulpje/boekvers/kracht.htm

Foto’s Indonesie

DVD review van de televisieserie