De profetische kalender van Cheops

Over de Mayakalender en haar mysterieuze einddatum 2012 wordt steeds meer en meer geschreven. Het lijkt ook wel of er steeds meer visies rondom dit thema ontstaan. Daar waar sommigen verwachten in 2012 verlicht te worden of zelfs hun leven te vervolgen als Astraal wezen (als we dat al niet waren), zien anderen een cataclysme die haar weerga niet kent op zich af komen. (Geschreven door Jeroen en Frank.)

orion-sterrenbeeld-piramiden-thumb-nquist

Verbeelden de piramiden van Gizeh de sterren in het sterrenbeeld Orion? Vertaalt men de naam Gizeh vanuit het Proto-Soemerisch, dan zou die naam kunnen betekenen; ‘metingen, (vanuit?) centrum, (met?) kostbare stenen, veel’ (Illustratie en vertaling van naam ‘Gizeh’: N. Quist).

Maar hoe reeël is het nou om zo’n oude kalender serieus te nemen? Is het mensdom dan zo doorzichtig dat onze toekomst al vanaf het prille begin vaststond? Kent onze ‘vrije wil’ dan zo’n onbelangrijke positie in het grote geheel? Misschien is het handig om eens een andere oude ‘kalender’ naast die van de Maya’s te leggen. Hiervoor moeten we naar Egypte, naar de Grote Piramide die, om precies te zijn, aan Cheops wordt toegeschreven. Een zoektocht naar de voorspelbaarheid van de mensheid en de waarde van haar oude profetieën.

Wat betekent de naam ‘Khufu’ ?

Dat we bij de Egyptische Cheops, of anders gezegd Khufu, goed zitten blijkt al uit zijn naam. Khufu is in het Hebreeuws Qevi’a en dat betekent zoveel als ‘nieuwe kalender-vaststeller of -houder’.  Opvallend is dan ook de gelijkenis met het Meso-Amerikaanse Quechua, van waaruit het Maya en Azteken woord voor ‘houder van gegevens’ quippu of kipu komt. Maar goed, dat terzijde.

Orion op aarde?

Langzaam aan is het besef doorgedrongen dat de Grote Piramide samen met haar twee satelliet piramiden en de Nijl een mooie representatie vormen van het sterrenbeeld Orion en de Melkweg. De maten van de Grote Piramide zijn allemaal terug te rekenen naar galactische tijdsrekeningen of cycli zoals de precessiecyclus en komen zelfs in verhouding overeen met bijvoorbeeld de omtrek van de Aarde.

Aan het begin van dit artikel zag u een afbeelding die laat zien hoe de drie piramiden de drie sterren van het Orion sterrenbeeld vertegenwoordigen.
De verhouding in Magnitude tussen de sterren is terug te vinden in de grootte van de piramiden ten opzichte van elkaar. Ja, de makers wisten wat ze deden.

Wat de makers kennelijk ook wisten is dat belangrijke ‘gebeurtenissen’ de neiging hebben cyclisch te verlopen of anders gezegd, een cyclische aard hebben en zichzelf dus, in een steeds andere context op een ander (hoger) niveau, min of meer herhalen. Een spiraalvormige weg wordt op deze manier door de tijd afgelegd.
En in principe zien we ook hier het beeld terug dat de oude Maya’s voor ogen hadden toen zijn met hun kalender werkten.

Meer over de Mayakalender kunt u hier op de site van Wikipedia lezen.

Een zijstapje: Cyclologie

Misschien is het handig om, voordat we verder gaan met de kern van dit stuk, een verduidelijking te geven over de wonderlijke cyclische werking der dingen.
Allerhande gebeurtenissen vertonen een bepaald patroon. En geheel volgens de chaostheorie hebben deze patronen de neiging zichzelf binnen het patroon te herhalen. Denk maar aan bijvoorbeeld het Droste effect: ‘Op de verpakking van de cacao staat een verpleegster die de verpakking van de cacao vasthoudt en
daarop staat de verpleegster die de verpakking van de cacao vasthoudt, enzovoort’.  Maar ook in de volksmond komen cyclische ‘bewegingen’ bijvoorbeeld tot uiting in een gezegde zoals; ‘na zeven vette jaren komen zeven magere jaren’ of  ‘na regen komt zonneschijn’.

In de praktijk kunnen we in dit kader grofweg de volgende cycli en daarvan afgeleide periodes observeren:

-25.920 jaar. Dit is de bekende periode van een volledige precessiecyclus. Dit wordt ook wel een Platonisch jaar genoemd. Iedere 72 jaar schuiven we met ons zonnestelsel 1 graad ten opzichte van het ons omringende universum op, vanaf de Aarde gezien. Uiteindelijk is deze cirkel van 360 graden rond en beginnen we weer opnieuw. De oorzaak van deze beweging is de draaiing die de Aarde maakt ten opzichte van haar eigen as.

De ‘Wilcock constante’

Uiteindelijk is de precessiecirkel ook weer onderdeel van nog grotere cirkels (of cycli) waarbij je uiteindelijk uitkomt op de ‘Wilcock Constante’ die de harmonische bewegingen van het universum zelf beschrijft.

Meer over precessie kunt u lezen op de website van Kennislink.nl

  • 12.960 jaar is de helft van de precessiecirkel en vormt een duidelijke scheiding tussen de twee tijdperken. (Denk bijvoorbeeld aan het ‘grote cataclysme’ dat zo’n 13.000 jaar geleden zich heeft voorgedaan. Na een halve cyclus is er ook een soort kosmische samenstand, net als 2012, maar dan omgekeerd).
  • 5.200 jaar, een terugkerend getal waarmee de Maya’s hun ‘tijdperken’ ijkten. Om deze periode van 5200 jaar in hun kalenders in te passen gebruikten de Maya’s 5200 jaren van 360 dagen = ongeveer 5125 jaar. Deze cyclus staat tevens voor voor 1/5 deel van de precessiecyclus. Zo zijn er vijf tijdperken te onderscheiden die tot nu toe allen werden afgesloten met enorme natuurrampen. Deze rampen werden beheerst door het element lucht, water, vuur, aarde en de ether (of ‘de Jaguar’). De tijdperken zijn: dat van de Viracocha’s (de Goden), tijdperk van de reuzen, tijdperk van de Koningen, tijdperk van de wilde mensen en het laatste tijdperk. In 2012 loopt deze laatste periode van 5125 jaren, die begon in 3114 voor Christus, af. Deze periode komt overeen met 13 Baktuns van 144000 dagen en levert een totaal van 1872000 dagen op.
  • 3.440 jaar vertegenwoordigt de lengte van de grote zonnevlek verschuivingscyclus. (Sunspot shift)
  • 2.160 jaar is de cyclus waarmee we beschavingen en belangrijke religieuze stromingen kunnen afbakenen, tevens het verschuiven in sterrenbeelden. (Zo glippen we nu langzaam in het tijdperk van het sterrenbeeld ‘Waterman’). Deze periode stelt dan ook een twaalfde van de precessiecyclus voor, omdat er twaalf sterrenbeelden in de dierenriem zijn.
  • 1.080 jaar staat voor opkomsten van rijken en beschavingen die tegenhangen van dat wat in de vorige cirkel gecreëerd was. Dit is de helft van de cyclus van 2160 jaar en opnieuw is te zien dat een lange periode of tijdperk erg goed in twee evengrote stukken gedeeld kan worden (net als bij de cyclus van 25920 en 12960 jaar). Dat de verbanden tussen de diverse cycli vaak wiskundig en numerlogisch met elkaar verweven blijkt uit zowel het hierboven genoemde voorbeeld, als uit dit voorbeeld in getallen: 6 x 6 x 6 = 216 en 6 x 6 x 6 x 6 is 1296, beide numerologische waarden komen voor in dit overzicht als de perioden van 2160 en 12960 jaren.
  • 539 jaar, een Bijbelse cyclus afkomstig van 7 x 77, die tevens de 540 jarige cyclus van het massaal rondtrekken van mensen voorstelt.
  • 360 jaar is de cyclus van veranderingen in regimes of ideologieën. Deze periode lijkt een afgeleide te zijn van de periode die de Maya’s gebruikten voor hun kalender
    berekeningen, zoals 5200 jaar van 360 dagen.
  • 288 jaar is de cyclus van nieuwe ontwikkelingen in de samenleving (zoals die geobserveerd werd door Tony Smith).
  • 180 jaar, cyclus van politieke verschuivingen. De helft van 360 jaar, waardoor wederom een tweedeling in de ‘moedercyclus’ van in dit geval 360 jaar is te bespeuren.
  • 52 jaar, waarna de tijd volgens de Maya’s weer van voor af aan begon, of herhaald werd. (Weer het getal 52, ook kennen we 52 weken in een jaar). Deze periode van 52 jaar werd afgesloten met uitgebreide feesten, rituelen en offers. Het was zo dat alle mogelijke combinaties van twee van hun kalenders (cycli) die ze de Haab (365 dagen) en de Tzolk’ín (260 dagen) noemden, na 52 jaar waren gepasseerd en de eerste combinatie zich opnieuw (‘op een hoger niveau’) aandiende.
  • 22 en 11 jarige cyclussen onderscheiden de pieken in sunspot (zonnevlekken) activiteiten en zijn bepalend voor het plaatsvinden van gebeurtenissen in andere cyclussen. In de numerologie zijn de getallen 11 en 22 erg belangrijk en geven ze spirituele volmaaktheid en licht aan. Zo zingen de kinderen bij ons in Noord-Holland dat op 11 november (de elfde dag van de elfde maand) de dag is gekomen dat hun ‘lichtje branden mag’, wanneer ze met St. Maarten langs de deuren gaan om snoep en andere lekkernijen op te halen, maar dit terzijde.

De cycli hierboven zijn in het klein ook terug te vinden zoals in de Tzolk’in (of menselijke zwangerschapscyclus) van (bijna) 260 dagen(tegenover de precessiecyclus van bijna 26000 jaar). Ook kennen wij allen de cyclus van 1 jaar en die van 3 maanden per seizoen (13 weken tegenover bijvoorbeeld 13 Baktuns). Ook de 52 weken in een jaar, of 52 maanfasen in een jaar zijn kleine, voor ons meer zichtbare cycli. Zo kennen we ook nog de 4 seizoenen per jaar, 4 maanfasen per ‘maand’, 4 dagdelen per dag enzovoort.

Het lijkt of er een 1:7 ratio te onderscheiden is, maar waarom dit zo is, is nog vrij onduidelijk. Zo kennen we 7 dagen in de week en is 7 x 52 = 364, wat staat voor 13 ‘maanden’ in een jaar van 28 dagen. 28 dagen is weer 4 x 7. Ook kennen we de toonladder met de zeven tonen Do, Re, Mi, Fa, Sol, La en Si of de 7 hele noten in het notenschrift, te weten A, B, C, D, E, F en G. In de bijbel is vrijwel alles deelbaar door zeven, wanneer we in de oude Hebreeuwse teksten de woordjes, namen, letters e.d. gaan tellen.

Als ik me goed kan herinneren is een mens ook iedere 7 jaar compleet opnieuw gemaakt qua celopbouw. Het heeft er alle schijn van dat we gevangen zitten in een keurige sinusbeweging die samen met andere bewegingen als tandwielen in elkaar grijpen. Kijk bijvoorbeeld ook eens naar uw eigen leven, verandering van baan, verhuizingen, geboortes en sterfte en verschuivingen van uw eigen perceptie. U maakt een goede kans dat er, min of meer, een 7 jarige golfbeweging zichtbaar wordt.

grote-piramide-gizeh-wikip-thumb

Details piramide van Cheops; Wikipedia bestand  Cheops.

Terug naar Cheops en op naar de tijdlijn

In de Grote Piramide kan men een granieten plaat vinden met een uitsteeksel in de vorm van een hoefijzer. Het uitsteeksel heeft de dikte van een duim en de omtrek is precies 25 duim. Piramidedeskundigen zoals, Greaves, Piazzi, Smyth en Davidson nemen aan dat het voorwerp de standaard is van waaruit de piramidale duim en de el (ellebooglengte) werden afgeleid. De piramidale el en duim waren vermoedelijk rekenkundige eenheden die werden gebruikt bij de bouw van de Grote Piramide en over het hele Gizeh-complex terug te vinden zijn (zie foto hieronder van Gizeh). Net zoals we in onze generatie de waarde voor PI bepaald
hebben door ze af te leiden van de gevonden afmetingen in de piramides.

Volgens conservatieve schattingen is de piramide, en dus ook de tijdlijn die zich in de piramide bevindt en de profetische kalender uit de titel van dit artikel voorstelt, zo’n 4500 jaar oud. Nou is die piramidale duim van essentieel belang bij het ontcijferen en begrijpen van de tijdlijn in de piramide. Deze profetische tijdlijn, waarvan de telling begint in het jaar 2140 voor Christus (en misschien zelfs wel in 2623 voor Christus), loopt van de duistere galerijen naar (onder andere) de Koningskamer. De tijdlijn die we in dit artikel volgen stopt voor de deur van de Koningskamer op het punt dat het jaar 2001 voorstelt. Één duim op deze lijn staat voor één jaar menselijke geschiedenis, of zo u wilt, menselijke toekomst. Men gaat er vanuit dat het chronologische verloop van de geschiedenis door de hogepriesters van Memphis werd aangebracht. Op diverse punten is de tijdlijn doorsneden door fictieve of werkelijke andere ‘lijnen’. Het zijn deze kruispunten die gebeurtenissen van grote historische betekenis voorstellen. Ook lijkt de tijdlijn zoals het plaatje hieronder suggereert zich op enkele plaatsen te splitsen (?) bijvoorbeeld in een weg naar de Kings Chamber en de Queens Chamber. Dat maakt de zaak er niet eenvoudiger op….Tot zover het globale en gesimplificeerde beeld. In werkelijkheid liggen de zaken natuurlijk wel wat genuanceerder. De makers van de tijdlijn hebben een duidelijk gecodeerd systeem gebruikt. Afstanden, plaatsing en dikte van de lijnen zijn dankzij hun maten als ‘universele taal’ te lezen. Wat de makers deden was aan ieder cijfer van 1 tot 12 een bepaalde betekenis toekennen. Op die manier kon men dus door te meten weten.

Om ervoor te zorgen dat de code niet verloren zou gaan werden de belangrijke getallen op slinkse wijze verstopt in mythes, symbolieken en subtiele aanwijzingen. De zo pijnlijk exacte maten van de Grote Piramide laten zich weer herleiden tot de fundamentele waarden waar ze naar refereren. Santillana and Von Deschend hebben in hun boek Hamlet’s Mill de wetenschappelijke basis gelegd die deze beweringen onderbouwen.
Zelf kunt u, als u er oog voor heeft ook overal, in allerlei vormen, informatie over deze in de oudheid voorkomende aanwijzingen terug vinden. U kunt het terug vinden in afbeeldingen waarbij belangrijke personen meetinstrumenten vasthouden. In de bijbel en in diverse tijdrekeningen van culturen over de hele wereld komen heel veel numerologische aanwijzingen voor en ook in vrijwel alle symbolieken zijn ze terug te vinden. Denk bijvoorbeeld maar eens aan de passer en winkelhaak van de vrijmetselaars, de Davidster van het Jodendom, het hakenkruis van Hitler, diverse beelden die opgeroepen worden in de leer van bijvoorbeeld de Kabala en in het ‘orakelboek de I Tching’, de ligging en cartografische plaatsing van historische bouwwerken en getallen in de bouwwerken zelf en ga zo maar door. Als men in de oudheid al een boodschap voor ons had dan is dat:
‘Meten is Weten’.

Met deze wetenschap in ons achterhoofd is het mogelijk om de tijdlijn van Cheops ook echt te ‘lezen’. We moeten hierbij onder andere letten op de diverse maten en de hoek waaronder de lijnen zijn geplaatst. Omhoog en naar rechts staat voor vooruitgang en naar beneden en links staat voor terugval. Maar ook de gebruikte steensoort kan een aanwijzing bevatten. Graniet staat voor de ziel en kalksteen voor de fysieke wereld. Maar ook de gangen zelf bevatten een aanwijzing, zo gaat rond het jaar 3 na Christus de gang opeens omhoog. Dit jaar kennen we als het (vermeende) werkelijke geboortejaar van de welbekende visserszoon. Dit zou dan symbool staan voor de massale en explosieve vooruitgang die inderdaad in dat tijdperk plaatsvond.

Tijd voor een zijstapje, de profeet die de profetische tijdslijn zag:

De Amerikaanse ziener Edgar Cayce wees op 30
juni 1932 op het bestaan en de betekenis van de tijdlijn in de piramide. Vrij vertaald zei hij:

Toen… begonnen ze te bouwen aan wat we nu Gizeh (de locatie van de grote Piramide, FsC) noemen… ze ontvingen alle gegevens vanaf het begin dat gegeven was door de priesters… tot aan de periode wanneer er een verandering is in de positie van de Aarde en de terugkomst van de Grote Ingewijde en het samenkomen van alle profetieën die daar afgebeeld zijn. Alle veranderingen die in het religieuze denken van de wereld plaatsvonden, staan daar afgebeeld in de variaties op wijze waarop passages zijn gemaakt, van de basis tot de top of de open tombe en de top. Ze zijn gespecificeerd in zowel de laag als de kleur en in welke richting de beweging is gemaakt. Het doel is het vastleggen ervan en hoe hun betekenis geïnterpreteerd moet worden voor zij die kwamen en nog komen als de leraren van de verschillende perioden, in het ervaren van de huidige positie, of de activiteiten van de sferen van de Aarde“.

Iets meer over Cayce kunt u hier op onze site lezen.

De tijdlijn aangevallen

Natuurlijk, leden van de SS (stichting Scepsis) en trawanten zullen de tijdlijn in twijfel trekken. Het kan ook moeilijk anders want starheid geeft hun het bestaansrecht. Hun voornaamste argument zal zijn:

“Hé, wacht eens even, we weten niet precies wanneer de Piramide is gebouwd, dus je kunt de lijn altijd daar laten beginnen zodat het kruisende lijntje altijd passend is op datgene wat je wilt ‘zien’.”

Ze onderschatten de makers schromelijk. De startdatum van de lijn is namelijk exact bepaald. De tijdlijn begint met verticale lijnen die exact op een lijn staan met de Pleiaden (voor onder onderen Egyptenaren en Maya’s een erg belangrijke sterrengroep) erboven op het moment dat de ster Alpha Draconis precies op de bodem van de aflopende gang scheen. Tijd en locatie zijn daardoor exact bepaald en de tijdlijn start dus in het jaar 2140 v.Chr.
Met onze huidige computers kunnen we dat makkelijk berekenen.
Het tweede argument is de statistische toevalligheid dat lijnen overeenkomen met gebeurtenissen en het feit dat er soms een afwijking van enkele jaren zit tussen wat de tijdlijn aangeeft en de feitelijke gebeurtenis.

Maar omgekeerd hoe kan je exact zeggen wanneer de feitelijke start van een gebeurtenis moet worden bepaald… begon de tweede wereldoorlog met de geboorte van Hitler, zijn opkomst in de politiek of gewoon precies in 1940?
En zou de tweede wereldoorlog ook zijn begonnen als Hitler er door een stomme ‘toevalligheid’ niet meer zou zijn in 1940, bijvoorbeeld onder leiding van Mussolini, of een andere, nu niet opgestane regeringsleider (in bijvoorbeeld Duisland)? Over statistische kansberekeningen en hun eventuele correctheid kan je tot in lengte van jaren vruchteloos discussiëren.
Al met al heeft het maar één doel: het afleiden van de aandacht rondom het eigenlijke onderwerp en het verleggen van de discussie. Ik doe daar niet aan mee en ga vrolijk verder met de feitjes die voor ons allen zichtbaar zijn.

De tijdlijn gevangen tussen dogma en drogreden

Niet lang nadat de soldaten van Napoleon de kop van de sfinx als schietschijf voor hun kannonen gebruikt hadden onstond ontstond er zoiets als Egyptologie.
Avonturiers, romantici, obscure wetenschappers en esoterische genootschappen doken, bijna letterlijk, massaal op, in en onder de piramiden.
Al deze ‘Egyptologen’ produceren tot aan de dag van vandaag één dikke brei van feiten, verzinsels, verdachtmakingen en vage aannames.

Het was de 10de eeuwse Arabische historicus Abul Hasan Ali Al-Masudi die in een manuscript, dat thans bewaard wordt in Oxford, er op wijst dat de grote piramide stamt uit het tijdperk van 300 jaar voor de zondvloed.
Dit in nagedachtenis van koning Surid (die deze catastrofe voorspeld zou hebben) en om de
herinnering van de grote Egyptische veroveringen op elk gebied en de geheime krachten van de ‘zonen van de Nijl’ (waartoe ook het voorspellen behoorde) voor het nageslacht te bewaren.

Het mag dus geen verwondering heten dat de bevindingen van  Al-Masudi door de moderne ‘gevestigde Egyptologen’ als lariekoek gelden.
Omstreeks 1850 meende de Londonse uitgever John Taylor vanuit zijn luie stoel (hij heeft de piramide nooit in het echt gezien) dat hij op basis van ondere andere het manuscript van Al-Masudi het mysterie van de piramide verder kon ontrafelen.
Uiteindelijk gaf hij een schrijven uit waarin te lezen stond dat een Jood (misschien zelfs Noach) het bouwwerk op goddelijk bevel opgericht had.
Taylor meende dat de wijze architect als maateenheid de piramidale el gebruikt had en in zijn werk alle mogelijke mathematische waarheden uitgedrukt heeft.

Het was vervolgens de astronoom uit Edinburgh, Piazzi-Smyth, die omstreeks 1865 de conclusies van de uitgever verder ging uitwerken.
Daarbij ‘ontdekte’ hij dat de piramide de meest universele maten vertoonde.
Niet alleen, dat de hoogte van het bouwwerk, gedeeld door de dubbele lengte van één der basiszijden een cijfer oplevert, dat dicht bij de waarde komt van het ‘Griekse getal’ PI.
Maar ook dat de hoogte van de piramide vermenigvuldigd met 10/9 (10/9=1.1111111) ons ongeveer, op schaal, de afstand van de Aarde naar de Zon laat zien. (Een waarde overigens die volgens critici lukraak is gekozen).
En ga zo maar door.

‘Maar’, zo schrijft omstreeks 1882 een andere Egyptoloog Sir Flinders Petrie, ‘een leerling van Smyth beleefde een grote teleurstelling, toen hij zijn meester op zekere dag verraste, terwijl deze de vooruitstekende granieten punt van de Kings Chamber probeerde af te vijlen om hem tot de voor zijn theorie benodigde maat te reduceren’.

In hoeverre deze bewering op waarheid berust is niet meer te achterhalen.
Maar zoals eerder gezegd lijkt het in de Egyptologie eerder te gaan over hoe gelijk te krijgen en niet om persé gelijk te hebben.

Vervolgens, en volgens zeggen, was het een zekere Meuzies die de piramidale duim ontdekte en die in verband bracht met de tijdlijn en dat die zou staan voor 1 jaar aardse historie.
Geheel in overeenstemming dus met Al-Masudi die zegt dat alle belangrijke gebeurtenissen van het verleden en toekomst in de piramide opgetekend zijn.

De tijdlijn in beeld

Om een beeld te vormen geef ik beknopt een chronologisch overzicht van de belangrijke gebeurtenissen die naar voren komen wanneer we de tijdlijn volgen. Ik geef het jaartal en de eventuele datum, beschrijf vervolgens de aanduiding en daarna de gebeurtenis die bij het jaartal en de datum hoort. Er zijn uiteraard in sommige jaartallen, meerdere mogelijke gebeurtenissen mogelijk, maar ik beschrijf de meest logische (maar wees gerust zo vrij om bij de reacties op dit artikel uw eventuele aanvullingen hierop te geven!):

  • 2141 v.Chr. Verticale lijnen overeenkomend met de samenstand tussen de Pleiaden, Alpha Draconis en dit punt in de piramide — het begin van de tijdlijn. Leuke externe link over de Pleiaden kunt u hier vinden.
  • 1453 v.Chr. Doorkruising, lijn gaat omhoog — Joodse exodus vanuit Egypte.
  • 797-765 v.Chr. Vormende periode van gunstige ontwikkeling — 13e Israelitische Jubileum?
  • 592-559 v.Chr. Vormende periode van tegenstellingen — vroeg Babylonische gevangenneming van Joden en de vernietiging van de tempel van Salomon. Donker tijdperk voorafgaand aan het plots verschijnende Boeddhisme, Taoïsme, Confuciaans denken en in Europa het Pythagoreaans denken. In deze periode werden over de hele wereld dus vele denkers en (levens)filosofen geboren waar wij vandaag de dag nog steeds van leren terwijl nu nog
    op hun ideeën voortborduren. Dit is het precieze midden van de 5125 jarige periode van 13 Baktuns van 144000 dagen van de Maya’s, die we nu kennen als de telling die loopt van 3114 voor Christus, tot en met 2012. Deze periode vertegenwoordigt het midden van deze lange cyclus. Buddha kennen we ook wel als ‘de man van het midden’.
  • 384-352 v.Chr. Gunstig vormende periode — het tijdperk van Plato en Aristoteles.
  • 2 (27 sept): Komst van Messiaans figuur — geboorte Jezus van Nazareth (?)
  • 29 (14 okt): Voorbereiding van de Messiaanse figuur afgerond — doping van Jezus (?)
  • 33 (1 apr) Volledige verlichting van Messiaanse figuur — kruisiging van Jezus (?)
  • 46 (mrt)-58 (apr): Missie van minder Messiaans figuur — de reizen van apostel Paulus naar niet Joodse gebieden. De start van het Boeddhistisch begrip van redding door geloof in een boddhisatva (een ‘saviour’).
  • 58-82: Periode van fysieke dood en vernietiging — Tijdperk van de keizers Nero en Titus, Joodse opstand en oorlogen.
  • 70: Het centrale punt in de hiervoor genoemde periode — aanval op Jeruzalem door Titus.
  • 152: Scheiding van verlichting van de statische weg van fysieke wedergeboorte — Definitieve breuk tussen Nazarenes, officiële Jodendom en Christenen.
  • 1223-1228: De mens begint “volwassen te worden”. Terugkeer naar de grondbeginselen van het Messiaanse onderwijs: eerste stappen naar het creëren van de hel op Aarde — Dood van Franciscus van Assisi: Franciscaner en Dominicaanse hervorming. Thomas Aquinas. Voorlopige onderneming van moderne wetenschappelijke principes: Bisschop Grosseteste, Friar Bacon.
  • 1440-1521: Essentiële gebeurtenissen die rechtstreeks tot de hel op Aarde leiden — Uitvinding van drukpers in Europa, de val van Constantinopel, de Renaissance, de Hervorming, de herontdekking van Amerika, het omvaren van de wereldbol.
  • 1767-1848: Idealistische tijd van fysieke onstuimigheid — Amerikaanse onafhankelijkheids oorlog, Franse Revolutie, Oorlogen door Napoleon, verdere revoluties in Frankrijk, Oostenrijk, Hongarije, Duitsland, Italië. Opgericht marxisme.
  • 1845: Eerste stappen in de stichting van het definitieve tijdperk — de gevolgen van de Industriële Revolutie worden uitgespreid, de komst van de spoorwegen, uitvinding van telegraaf, snelle ontwikkeling in alle takken van wetenschap, in de kunsten kennen we het Romantische tijdperk, dageraad van Oriëntalisme in Europa.
  • Na 1845 gebeurt er iets vreemds voordat de lijn aankomt bij de koningskamer. Er ligt daar iets wat men ‘de grote stap of trede’ noemt. Het moet dus haast wel een erg belangrijk punt zijn in onze geschiedenis. Maar toch weet niemand precies wat ze daar van moeten denken. (1845: misschien het begin van de oorlog tussen de VS en Mexico? Geboorte van Röntgen? Uitbarsting van de Hekla (wat waren de gevolgen?))
  • Volgens de makers van de tijdlijn was het jaar 1914 ook van ingrijpend belang.Het was in 1914 dat het startschot werd gegeven voor een massaslachting die wij herkennen als de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog.
  • De periode 1958-1998 kan men ook niet echt goed duiden. Sommigen zien hier een soort van test-periode in en anderen denken dat het de periode is die het begin van het einde inluidt.
    Deze periode kende grote wetenschappelijke vooruitgang, zoals de uitvinding van de Laser en de transistor. Het was een periode waarin onder andere de elektronica in een versnelling kwam.

De lijn stopt voor de Koningskamer in het jaar 2001. Toch gaat de gang zelf door, er is immers nog de Koningskamer waar het plafond zeer hoog is en er staat een lege tombe. In de Koningkamer en in de tombe zitten erg interessante Pythagorsische verhoudingen verscholen. In de maten komen veel ‘heilige getallen’ terug. De kamer zelf zou akoestisch perfect zijn. De lege tombe en het hoge plafond zouden
kunnen staan voor maximale verlichting en de dood ontstijgen. Anderzijds kan de lege tombe symbool staan voor ons graf dat wacht en het hoge plafond beidt onze geesten de mogelijkheid om op te stijgen tot de eeuwige jachtvelden? Ik weet het niet.

Ik weet wel dat ook de Noord Amerikaanse Hopi indianen in het jaar 2001 een belangrijk ‘overgangsjaar’ herkennen. Volgens oudheid en mythe zijn we dus in ieder geval de drempel over. Wat rest is een discussie tussen alle groepen van eindtijddenkers…… Waar sommige verwachten om verlicht te worden of een bewustzijnsverandering te ondergaan zijn er anderen die een cataclysme verwachten die haar weerga niet kent.  Misschien gaat het ene gepaard met het andere. Volgens de meeste oude volkeren zijn we nu bezig aan onze laatste cyclus in de huidige staat van zijn. We wachten het rustig, maar zeker niet gelaten, af……

Geschreven door; Jeroen Barhorst en Frank StClair

Bronnen:
Egyptische numerologie 1 Eng.
Egyptische numerologie 2 Eng.
Prophecy in the Great Pyramid Eng.
Great Cycle in the Piramid Eng.
Piazzi-Smyth Eng. (Prima Engelstalig artikel van Wikipedia over de piramiden en Charles Piazzi Smyth)

Literatuur:
Garnier, La Grande Pyramide; son construction et les prophéties, Parijs 1905
M.C. Touchard, Mysterie van Pyramiden, vertaling R. van Haegendoren, Katwijk 1978
R. Heijster, Mysterie 14/18, De Eerste Wereldoorlog onverklaard, Tielt 2000.
Peter Lemesurier, Great Pyramid Decoded