Kosmische straling en genialiteit

Fysiek gezien is de mens ten opzichte van de zoogdieren maar een inferieur wezen. Maar op één vlak steken we met kop en schouders uit boven alle wezens op deze planeet en dat is onze intelligentie. Oké, toegegeven we gebruiken het niet altijd of we geven er niet altijd blijk van, maar het potentieel hebben we. Aanhangers van de evolutietheorie weten waarom wij zo slim zijn. Zij menen dat toen wij als primaat uit de bomen klommen en op de savanne een nieuw bestaan zochten een ontwikkeling moesten doormaken waarbij het denkvermogen een noodzaak was.  Ja, was het maar zo eenvoudig.

(Geschreven door Frank, Willem en Jurgen.)

crivelli1486

Heeft de straling van de zon te maken met de intelligentie van de mensheid? Of zien we hier iets anders; wat is het dat de schilder hier wilde uitbeelden? Is het de zon, een UFO, de Heilige Geest, een incarnatie fenomeen?

De Engelse zoöloog Sandon heeft ooit eens geschat dat de kans op de ontwikkeling van menselijke intelligentie 1 op kwintiljoen is (dat is een één met negenentwintig nullen.) Is de menselijke intelligentie dan een toevalstreffer van jewelste of hadden we tijdens onze evolutie alle wind mee? Geen van beide zeggen creationisten. Zij denken op hun beurt weer dat god of de ‘goden’ ons een duwtje in de rug hebben gegeven. Natuurlijk zitten tussen de verstokte Darwinisten en de dogmatische Creationisten nog zeer veel mengvormen van beide visies. Wat er aan de basis van onze ontwikkeling heeft gestaan laat ik geheel aan uw voorkeur over. In dit stuk gaan we in op de vraag hoe het kan dat onze intellectuele ontwikkeling in de afgelopen duizenden jaren zo schoksgewijs is gegaan. Periodes van culturele en technologische vooruitgang werden afgewisseld met stilstand en soms ook terugval. Speelde kosmische straling een belangrijke rol in deze ontwikkeling?

Herfst is de tijd om lekker met een goed boek op de bank te zitten terwijl de regen tegen de ramen kletst. Boeken schrijf ik niet, maar artikelen wel. En deze speciale herfsteditie is dus extra lang en laat zich het beste uitprinten om het later ergens lekker op uw gemak te lezen. Tenminste als u daar interesse in heeft. In dit stuk probeer ik een verband te vinden tussen kosmische straling en de schoksgewijze vooruitgangen in onze beschavingen. Het verhaal laat zich niet makkelijk vertellen en tijdens mijn zoektocht komen we onder andere in aanraking met genetica, natuurkunde, biologie en natuurlijk veel historische feiten. Ik zelf weet op het moment dat ik dit schrijf niet of ik voldoende aanwijzigen kan vinden om een verband aan te tonen, dat maakt het voor mij net zo spannend als hopelijk ook voor u.

Recept voor het leven

Mocht je ooit eens een paar miljoen jaar niets te doen hebben dan kan je natuurlijk altijd nog zelf voor god spelen en leven scheppen. Neem wat afgemeten hoeveelheden methaan, ammoniak en waterstof. Maak er een lekker oersoepje van en hang het op een comfortabele afstand van een zon (of stel het bloot aan elektrische ontladingen). Met een beetje mazzel zullen er zich dan organische verbindingen zoals aminozuren (eiwit) gaan vormen en maak je een goede kans dat daar dan weer levensvatbare cellen uit ontstaan. Vertroetel het goedje en zie hoe de cellen zich zullen gaan delen of samenklonteren. Uiteindelijk zal er een eencellige levensvorm ontstaan die vergelijkbaar zal zijn met een amoebe. Tenminste volgens Stanley L. Miller die in 1953 de proef van oersoepje tot aminozuren in een reageerbuisje heeft kunnen nabootsen. Enfin, om een lang verhaal kort te maken de bouwstenen voor leven, methaan, ammoniak en
water, zijn in het universum niet moeilijk te vinden. Elektrische ontladingen o.a. in de vorm van kosmische en andere straling vliegen ons dag en nacht om de oren. Alleen een comfortabele afstand tot een zon luistert wat nauwer.

Bovenstaand idee demonstreert hoe betrekkelijk eenvoudig het is om ‘leven’ te scheppen. Maar dan, zelfs al weet je zo’n amoebe te creëren dan nog is het maar de vraag hoe je er een vogel, kat of zelf mens van moet maken. Als we de medewerking van de ‘goden’ en de evolutietheorie van selectie en ‘survival of the fittest’ even laten voor wat het is blijven er niet veel opties open. Misschien moeten we het zoeken in het ingrediënt van kosmische straling. Al dan niet aangejaagd door of in combinatie met zonnewinden staat onze aarde sinds ‘in den beginne’ dagelijks bloot aan kosmische stralingen.

Wetenschappers houden serieus rekening met het idee dat kosmische straling ingrijpt op biologisch niveau waardoor er genetische veranderingen kunnen optreden. Men weet echter nog niet hoe belangrijk deze factor is ten opzichte van bijvoorbeeld kruising van genetisch materiaal. Toch zou de invloed van kosmische straling wel eens een goede (mede)verklaring kunnen bieden voor de vreemde ‘bokkensprongen’ in de evolutie. Bokkensprongen in de vorm van bijvoorbeeld een virus die paradoxaal genoeg miljoenen jaren ouder is dan de cel waarvan het afhankelijk is. Of het feit dat de onmiddellijke voorlopers van paard, hond, kat, aap en natuurlijk de mens vandaag de dag niet meer bestaan noch gevonden zijn. De sporen wijzen in ieder geval op snelle en schoksgewijze veranderingen. Maar buiten fysieke veranderingen zoals het krijgen van een spraakbeentje of het al dan niet verliezen van een staart is er ook nog zoiets als intellectuele en sociale veranderingen.

hersenen-grijze-massa-wikipedia-bestand-thumbn

Illustratie; Wikipediafile de hersenen; de grijze massa

Neo cortex

De neo cortex (of nieuwe hersenen) zijn de reden waarom mensen in tegenstelling tot zoogdieren een voorhoofd hebben. Evolutionair gezien is de neo cortex een van de  laatste aanwinsten in onze fysieke ontwikkeling. Dankzij de neo cortex kunnen we denken, redeneren, fantaseren, kortom datgene doen wat we nu doen. Als je wilt weten hoe je functioneert zonder neo cortex dan is er een simpel experimentje waarbij je de neo cortex een beetje verdooft. Neem een zekere mate van alcohol en je zult zien dat logisch redeneren moeilijk wordt en dat je primaire behoeftes voorrang krijgen op je beschaafde voorkomen. Toch is het hebben van een goed werkende neo cortex op zich geen garantie om tot vernieuwende inzichten te komen. Zo af en toe staat er, zoals je statistisch mag verwachten,  een verlichte geest op maar die wordt dan al snel aan het kruis genageld. Je kop boven het maaiveld uitsteken is een eigenschap die meestal pas (ver) na de dood door de omgeving wordt gewaardeerd. Het grootste gedeelte vande neo cortex bezitters blijft het liefst eeuwenlang hangen in een veiligen beperkt kringetje van vaste denkpatronen en handelingsrituelen. Toch wijst de historie uit dat zo nu en dan een golf van verlichting door een lokale beschaving gaat. Zou de invloed van kosmische straling ook daar een rol kunnen spelen?

Straling wat is dat eigenlijk?

Straling is het uitzenden van energie als golven (elektromagnetische straling) of als deeltjes (deeltjesstraling). Vroeger wist men niet waaruit kosmische straling bestond, het werd gewoon zo genoemd. Tegenwoordig weet men dat kosmische straling uit deeltjesstraling en elektromagnetische straling
bestaat. De kwantummechanica zegt dat het niet uitmaakt of het deeltjes of golven zijn, het is één pot nat omdat golven zich als deeltjes kunnen gedragen en deeltjes als golven. Straling is wat energie overdraagt zonder dat er sprake is van direct contact. Er zijn heel veel stralingsbronnen te bedenken variërend van gips en beton tot röntgenfoto’s en fall-out na kernproeven of rampen zoals in de kerncentrale vanTsjernobyl. Maar we ontvangen ook veel natuurlijke straling zoals kosmische straling en straling uit de aarde zelf.

De aarde en al het leven daarop staat continue bloot aan straling vanuit de ruimte, vergelijkbaar met een motregentje (Op dit moment word je beschoten door buitenaardse deeltjes. Er gaan er nu ongeveer 100 per seconde door je duimnagel.) De sterkte van deze kosmische straling verschilt per locatie en is ook afhankelijk van het hoogteverschil. Maar ook het aardmagnetisch veld is van behoorlijke invloed. Voor de liefhebbers van exacte getallen volgen hier de Nederlandse en Amerikaanse meetresultaten van hoeveelheden kosmische straling die u per jaar oploopt: Het NRG in Petten (NL) komt op 10.011 mSv/j (milli-Sievert per jaar)  en het Amerikaanse eRads komt op 1 mSv/j.

Vang je het in een statistiek en druk je de straling uit in elektronvolt dan krijgt men het volgende beeld; Dagelijks valt er op deze aardkloot ieder 6 minuten op een willekeurige plaats met een oppervlakte van 50.000 m2  een bui van ongeveer 1016 elektronvolt (eV). Elke 2 uren valt er een bui van 1017 eV en elke week een bui van 1018 eV. Men schat dat buien van 1020 eV om de twintig jaar vallen. Zo een grote bui kan uit tientallen miljarden deeltjes bestaan en honderden vierkante kilometers bedekken.
(M.Vertregt FBIS Den Haag)

Kosmische straling afkomstig van de zon (Zonnewind)

De temperatuur van de zon is zeer hoog. Bij zo’n hoge temperatuur zijn alle atomen uit elkaar gevallen er is alleen nog sprake van losse deeltjes: protonen, neutronen en elektronen. Dit wordt een plasma enoemd. Omdat de temperatuur zo hoog is hebben de deeltjes zeer hoge snelheden. De gemiddelde snelheid van zo’n deeltje is zo een slordige 450 kilometer per seconde. Er is hier sprake van en gemiddelde snelheid omdat de deeltjes voortdurend bewegen en tegen elkaar botsen. In de olijke brij van deeltjes op de zon kan men dus deeltjes vinden die langzamer gaan dan de gemiddelde snelheid maar ook deeltjes met snelheden die juist groter zijn.

Er zijn deeltjes bij die een snelheid hebben die groter is dan de ontsnappingssnelheid (618 kilometer per seconde) en deze komen dus los van het zwaartekrachtveld van de zon en beginnen een reis door het heelal, onder andere naar de aarde. Deze deeltjes unnen afkomstig zijn van het oppervlak van de zon maar ook van zogenaamde zonnevlammen: enorme uitbarstingen waarbij materie het heelal in wordt geslingerd.

Geladen deeltjes die bewegen veroorzaken een magnetisch veld. Dit is te vergelijken met een elektromagneet: door een stroom door een spoel te laten lopen ontstaat een magneet. Een gedeelte van de zonnewind  beweegt zich richting aarde en komt terecht in het magnetische veld an de aarde en beïnvloedt dit veld. Als de zonnewind sterk is kan er een zogenaamde geomagnetische storm ontstaan. De zonnewind is een variërend verschijnsel. Dat komt omdat de zon zelf meer of minder actief kan zijn.

Door de zonnewind kunnen radiofrequenties gestoord worden, navigatie- en communicatiesystemen ontregeld raken en elektronica  beschadigd worden. Maar de zonnewind veroorzaakt ook een fraai natuurverschijnsel. Doordat er geladen deeltjes met name bij de polen in de atmosfeer van de aarde komen ontstaat het noorderlicht of aurora Borealis bij de noordpool en het Aurora Australis bij de zuidpool. Het licht ontstaat omdat de geladen deeltjes tegen atomen in de
r
atmosfeer botsen, daarbij ontstaan verschillende kleuren licht. Als er erg veel deeltjes van de zon komen is het noorderlicht niet alleen bij de polen maar ook op lagere breedte zichtbaar. De Noor Kristian Birkeland (1867-1917) voerde verschillende expedities uit om de oorzaak van het noorderlicht te achterhalen. Zo werden, in de omgeving van Kaafjord in het uiterste noorden van Noorwegen, gedurende de barre, volstrekt donkere wintermaanden van 1899-1900 de variaties in het aardmagnetisch veld gemeten. Meer over zonneactiviteit kan je hier op deze site lezen.

Met horten en stoten

Onze historie en beschaving begint eigenlijk pas aan het einde van de zondvloed of, zo u wilt, het terugtrekken van de ijskappen van de laatste grote ijstijd. Dat er voor die tijd, zo’n 10.000 tot 12.500 jaar geleden andere beschavingen waren laat ik in dit stuk een beetje buiten beschouwing. We weten zeer weinig over hun ontwikkeling in eventuele relatie tot kosmische stralingen. Ook onze historie wordt door een behoorlijk ‘mist’ versluierd, een mist die pas de laatste 2000 jaar een beetje aan het opklaren is. Dit stuk is dan ook niet bedoeld als een vaststaand gegeven maar als een hypothese.

Als we kijken naar de archeologische vondsten, historische gegevens en de dateringen die de gevestigde wetenschap daar aan koppelt vallen een paar zaken op. Zo zien we in ons deel van de wereld als een soort golfbeweging over het continent opkomsten en ondergangen van kennis en culturen.  Maar al te vaak worden compleet nieuwe inzichten van een bepaalde cultuur toegeschreven aan de komst van een ‘ander volk’ en ondergangen aan oorlogen of ziekten. Maar feitelijk is hier lang niet altijd een basis voor. Als een ‘ander volk’ echt nieuwe inzichten gebracht zou hebben dan zouden er elders sporen van terug te vinden moeten zijn. Immers ook zo een ‘ander volk’ moet ergens vandaan gekomen zijn. Oorlogen en ziekten als oorzaak van stilstand van of zelf achteruitgang in ontwikkeling van bepaalde culturen is wel voorgekomen. Maar vaker lijkt het er echter op dat bepaalde culturen ‘indutten’ ze doen dan weinig meer met de nieuw verworven inzichten of keren zichzelf juist tegen die inzichten. En in enkele gevallen verdwijnt een bepaalde cultuur gewoon. Er worden dan geen graven aangetroffen die wijzen op massale sterfte of andere doorslaggevende sporen die ons een beter beeld kunnen geven van het abrupte vertrek.

Om een beetje inzicht te krijgen in die golfbeweging toon ik u hieronder een ruwe opsomming van de belangrijkste ‘horten en stoten’ die onze jongste historie hebben gekenmerkt.

  • 3500-2500 jaar v.Chr. De Mesopotamische en Egyptische beschavingen maken een stormachtige ontwikkeling door. Het schrift, staatsinrichting, sterrenkunde en bouwkunst namen onder deze beschavingen een vlucht.
  • 800-100 v.Chr. De Griekse en Romeinse beschavingen komen tot vernieuwende inzichten op het gebied van wiskunde, letteren, politiek, schone kunsten en architectuur.
  • 1400-tot de Belle Epoque in 1900. Met de komst van de Renaissance kwamen de vernieuwende denkers die afrekende met de aartsconservatieven en door de kerk gedomineerde middeleeuwers.

Al met al een periode van 5500 jaren, waarvan 2300 jaren van vooruitgang en 3200 jaren van stilstand. Natuurlijk werden er ook tijdens de jaren van ‘stilstand’ vooruitgangen geboekt maar die waren te klein of te beperkt dat het voor een revolte in het handelen en denken van de toenmalige mens leidden. Vaak was het eerder andersom, voor 1400 werd een nieuw idee of uitvingen al gauw gezien als een vorm van ketterij. Bestaande kennis werd onderdrukt, zo kon het gebeuren de vondst van de oude Grieken dat de aarde rond zou zijn (Parmenides ca. 500 v. Chr. en de diameter van de aarde op 1% na keurig berekend door Eratosthenes in ca.230 v.Chr.) werd vervangen door het idee van een platte aarde.  Hier op deze site kunt u alles lezen over hoe men in de historie kennis heeft vernietigd.

In de periode voor 800 v.Chr. raakte de eens zo machtige gecentraliseerde staten raakte versnipperd en oorlogszuchtige clans maakte elkaar al dan niet uit religieuze overtuigingen het leven zuur. En ook hier werd kennis wegdrukt. Dat de Phoeniciërs 600 v. Chr. rond kaap de Goede Hoop hadden gevaren werd door geschiedschrijver Herodotus in 400 v. Chr. in twijfel getrokken en zou het tot 1434 duren eer Gileannes dezelfde reis aandorst.

Maar ook voor deze perioden zien we sprongen. In het oude steentijdperk, ongeveer zo’n 500.000 jaar geleden, zorgden uitvindingen zoals stenen wapens en gereedschappen voor een sprong voorwaarts. In het nieuwe steentijdperk van ongeveer 20.000 jaar gelden was het voornamelijk de landbouw die voor een culturele omslag zorgde. Ergens tussen de 12.000 en 5000 jaar v.Chr. (er is geen consensus over de wat exactere datering) waren het de megalieten bouwers die met hun imposante bouwwerken in Ierland, Malta en Marokko de wereld tot op de dag van vandaag voor raadselen stelt. Hier zien we voor het eerst het gebruik van rekeneenheden zoals de ‘megalithic yard’ en gaf men blijk van astronomische kennis dat
zich weerspiegelde in o.a. het exact bouwen op winter en zomerzonnewendes. Zie ook hier op deze site.

Innoveren of uitvinden

Vaak zegt men dat opvolgende beschavingen voortborduurden op de eerder en elders verkregen verworvenheden. Ook dat is maar ten dele waar. Hoewel de Grieken de Egyptenaren als voorbeeld hadden waren ze zeker geen navolgers die slechts innoveerden. De Egyptenaren van 3500-2500 jaar v. Chr. hadden bijvoorbeeld wel wat besef van meetkunde, maar landmeters uit die tijd werkte voornamelijk met meetsnoeren. Ook konden ze op basis van empirisch gevonden formules oppervlaktes berekenen, de uitkomsten bleken soms goed maar nog vaker fout. (W.B. Emery, Archaic Egypt). Grieken daarentegen sloegen op het gebied van de wiskunde een volmaakt originele weg in door de meetkunde geheel uit abstracte axioma’s op te bouwen. De eerste Griekse mathematicus die in de geschiedenisboeken opduikt is Thales van Milete (640-550 v.Chr) en drie eeuwen later gevolgd door  Eukleides en vervolgens Archimedes. Archimedes berekende het basisgetal Pi, dat de verhouding van de omtrek van een cirkel tot zijn diameter uitdrukt. Hoe Archimedes tot deze vondst kwam  is onbekend; het Griekse cijfersysteem was in zijn primitieve vorm ontoereikend om zulke berekeningen te kunnen maken!

Een goed praktijkvoorbeeld is dat van de Griekse architect Eupalinos die ongeveer 500 v.Chr. een tunnel van een kilometer lengte groef om  water vanaf de andere kant van de berg Kastron naar de stad Samos te leiden. De tunnelgravers begonnen aan weerszijden te graven en kwamen elkaar halverwege tegen. Hoe Eupalinos kans zag om een waterplas in de berg te voorkomen en de gravers elkaar precies in het midden van de berg tegen te laten komen blijft een raadsel, maar de tunnel had de juiste helling en het water stroomde er goed doorheen.

Omgekeerd kregen de middeleeuwers in de periode van 800 tot 1100 alle kans om zich verder te ontwikkelen toen de grote klassieke werken van Aristoteles, Euclides, Ptolemaeus, Apollonius en Plinius werden terug gevonden. Maar het gebeurde niet. Men bleef hardnekkig vasthouden aan de op dat moment gangbare dogma’s en alles bleef bij het oude. Aan het einde van de middeleeuwen had men in Europa moeizaam een niveau bereikt die door vroegere beschavingen reeds ver was overtroffen. Zo had Europa geen steden die zich konden meten aan het oude Rome, Egyptische Memphis of zelf het Mesopotamische Babylon en Nineveh. In bijna alle opzichten was de Europese middeleeuwse cultuur achtergebleven en niets wees erop dat ze
ooit de grandeur van de vorige beschavingen zouden evenaren of zelf overtreffen. Totdat in de vijftiende eeuw de beschaving plotseling en schijnbaar vanuit het niets een enorme sprong voorwaarts maakte.

De renaissance; een periode van verlichting

Arthur Koestler (1905-1983 filosoof/schrijver) schreef over de renaissance het volgende;

“De pols van de gehele mensheid versnelde, alsof onze planeet gedurende haar baan door de ruimte, een slaperige benevelde zone had overgestoken en nu in een gebied kwam dat baadde in levensgevende stralen, gevuld met kosmische benzedrine in het interstellaire stof. Het scheen tegelijkertijd op alle niveaus van het zenuwcentrum van de mensheid, zowel op de hogere als op de lagere centra, als een stimulans en afrodisiacum  te werken. Het manifesteerde zich in een onlesbare geestelijke dorst, een prikkeling van de hersens, een honger van de zintuigen en een vrijmaking van de hartstochten..”

De lyrische tekst van Koestler gaat nog verder maar de strekking ervan moge duidelijk zijn, na 1400 gebeurde er iets opmerkelijks in Europa. Je kan het ook anders uitdrukken. Wie de geschiedenisboeken napluist op ‘grote namen’ van wetenschappers en denkers die een belangrijke bijdrage aan de vooruitgang hebben gebracht krijgt het volgende beeld te zien;

13de eeuw;    9 grote namen
14de eeuw;    5 grote namen
15de eeuw; 27 grote namen
16de eeuw;  51 grote namen

Opvallend is hierbij dat in de 15de en 16de  eeuw meer dan de helft van alle grote namen afkomstig waren uit Italië  (18 in de 15de eeuw en 24 in de 16de eeuw). In de 17de eeuw was het aandeel Italianen gedaald tot 6 en in de 18de eeuw zelfs tot 4. Francis Galton (Brits statisticus, antropoloog, ontdekkingsreiziger en grondlegger van de moderne eugenetica) maakte in zijn boek ‘Hereditary Genius’ een soortgelijke vergelijking. Ten tijde van de opkomst van de Griekse beschaving telde hij in de periode 530-430 v.Chr. 14 grote namen, wat neerkomt op één grote naam per 4000 Atheners.  Galton vergeleek de verhouding met Engeland in de Victoriaanse periode, hij kwam toen op een aantal van één grote naam per miljoen inwoners.

Het is nog steeds onduidelijk waarom in 1400 opeens ‘het licht’ aanging in Europa. De enige uitvinding die mogelijk een verklaring kan bieden voor het doorzetten van de renaissance is misschien de boekdrukkunst (1450). Alhoewel, de historie wijst uit, zoals bij de middeleeuwers, dat het beschikbaar stellen van kennis nog niet wil zeggen dat men daar gebruik van maakt. Een verschijnsel dat leraren en ouders maar al te goed kennen.

Grote namen? Genieën bedoel je!

Om dit deel af te ronden zal ik nog wat dieper ingaan op de ‘grote namen’. Met grote namen bedoel ik eigenlijk genieën.  Alles wat werkelijk nieuw is, is door genieën ontdekt. Een karakteristiek kenmerk van ontdekkingen door genieën is dat de ontdekking steeds ingaan tegen de opvattingen die tot dan toe als verstandig of logisch gold. Genieën zijn populair gezegd ‘hun tijd vooruit’ zoals bijvoorbeeld een Leonardo da Vinci of een Albert Einstein. Een ander kenmerk van genieën is dat ze vaak al in hun vroege jeugd blijk gaven van grote intelligentie. Wonderkind worden ze dan genoemd, kinderen die op hun derde jaar al de bijbel kunnen lezen of op hun vijfde Grieks en Latijn kennen en soms op hun zesde al muziek componeren.

Zulke kinderen waren; Christiaan Huygens, Copernicus,  Pascal, Leibnitz, D’Alembert, Condorcet, Giovanni Porta, Fontenelle, Hamilton, Gauss,Beethoven, Descartes, Stepherson, Mozart, Mendel, Faraday, Newton,Linnaeus,  Evariste Galois,  Champillon en ga zo maar door ik weet zeker dat u zelf nog wel een paar namen weet.

Genie zijn: erfelijk?

In de jaren 1980 tot 1990 hoorde je nog wel eens wilde verhalen over het invriezen van sperma afkomstig van genieën. Later zouden vrouwen zich dan tegen forse betalingen kunnen laten
bevruchten in de hoop een wonderkind te krijgen. Wie wil weten of zo een actie in de toekomst kans van slagen heeft kan het antwoord in het verleden vinden. Genieën komen over het algemeen uit hele normale gezinnen en laten zelden geniale kinderen na. Een Tesla, Huygens of zelfs maar een Rembrandt junior kom je nergens tegen. De meeste genieën waren kennelijk te druk bezig om zich überhaupt met nageslacht bezig te houden en stierven kinderloos.

Sommige genieën hadden sociaal gezien letterlijk alles tegen om genie te worden. Neem bijvoorbeeld Kepler (1571-1630), zijn grootvader was een bruut, zijn vader een beroerd soldaat die vermoedelijk voor diefstal werd opgehangen. Zijn moeder was een kenau die maar ternauwernood wegens beschuldiging van heks aan de brandstapel wist te ontsnappen. Toch komen we Johannes Kepler tot op de dag van vandaag tegen in de schoolboekjes door zijn uitwerking van de wetten van planeetbewegingen.

Nepotisme

Nepotisme is de term voor het begunstigen van nakomelingen van hoog geplaatse lieden. In de Middeleeuwen en de renaissance kwam nepotisme veelvuldig voor. Maar ja, je kan een kind van een genie begunstigen wat je wilt maar zonder echte genialiteit of talenten zou die al snel door de mand vallen. Nepotisme is een  verschijnsel dat je tegenwoordig het duidelijkst zichtbaar is in de wereld van de entertainment. Nog nooit zagen we zo veel kinderen van bekende Nederlanders op TV en als we de verhalen mogen geloven hebben ze net zo veel, zo niet meer, talenten als hun ouders. De Mol jr., Krabbé jr. Kraaijkamp jr. en ga zo maar door tot zelfs een Donald Jones jr. aan toe. Maar ook in de wereld van de politiek lijkt nepotisme het met een  Bush jr. en bijvoorbeeld de noord  Koreaanse Kim Jong Il bon ton. Maar goed, ik dwaal af. Laat ik het zo zeggen als bijzondere talenten of genialiteit overerfelijk zouden zijn dan zouden de musea en boeken vol staan met dubbele namen die de toevoeging jr. hebben.

dna-wikipedia-bestand-thumbn

Een stukje DNA; wikipediafile DNA

DNA: een intro

Als we het hebben over erfelijkheid dan hebben we het over ons DNA. Het DNA bestaat uit genen die als kraaltjes op een draad vastzitten. Zo’n draad noemen we een chromosoom. En een chromosoom kan ongeveer 20.000 genen bevatten. En menselijke cellen bevatten 46 chromosomen. Wanneer een cel in tweeën splitst, wordt ook elk chromosoom in tweeën gesplist en zo krijgen nieuwe cellen exact dezelfde genen mee. Tenminste als het goed gaat. Het gaat in de regel alleen opzettelijk ‘fout’ bij sexcellen, in dat geval worden 23 chromosomen van de man toegevoegd aan 23 chromosomen van de vrouw. Het kind dat uit deze versmelting ontstaat heeft dus de helftvan de genen van zijn vader en de andere helft van zijn moeder. Het eerste hoorbare resultaat daarvan is op kraamvisite als de wederzijdse oma’s opmerken dat het kind ‘de neus van de vader’ heeft of ‘de ogen van de moeder’.

De reden dat het kind niet zowel het blauwe oog van de vader en het bruine oog van de moeder heeft komt omdat de ene gen dominanter is dan de andere, die men recessief noemt. Zo is het gen verantwoordelijk voor bruine ogen dominanter dan genen die liever blauwe ogen maken. De reden waarom er nog steeds blauwogige mensen zijn is omdat in die gevallen beide ouders een recessief gen hebben doorgegeven. De kans om als kind van blanke ouders blond te worden of blauwe ogen te krijgen is 25%. In een overzichtje ziet de
kansberekening er als volgt uit:

Als genen zich altijd keurig zouden gedragen en zichzelf exact kopiëren of 50/50 doorgeven dan zou de evolutietheorie onzin zijn. We zien immers variatie, wezens hebben zich in de loop van duizenden jaren aangepast. (Hierbij opgemerkt dat ‘aanpassen’ door sommige als evolutie wordt gezien en door anderen als devolutie. Een verduidelijking over deze standpunten kunt u hier lezen op deze site.) Ongeacht of er nu vooruit of achteruitgang is het bewijs dat genen kunnen veranderen is aanwezig. Maar waarom veranderen genen?

Mutatie

Als mens, dier of plant genetische afwijkingen vertoont dan wijt men dat aan mutaties. Mutaties zijn afwijkingen in de structuur van deeiwitmolecuul waaruit het gen is opgebouwd. Meestal zijn dergelijkeafwijkingen niet gunstig, denk maar aan, wat men in de volksmond; waterhoofden, hazelippen, dwergbouw en syndroom van Down noemt. Genetische afwijkingen kunnen worden veroorzaakt door verschillende oorzaken: Chemisch bijvoorbeeld. In de jaren 1960 tot 1970 baarden veel vrouwen na het slikken van het ‘geneesmiddel Softenon’ kinderen met misvormingen aan de ledematen. Een andere manier is om de cellen bloot te stellen aan gamma of X stralen. Buiten door menselijk toedoen zoals bijvoorbeeld röntgen, atoomwapens of kerncentrales komen X stralen in de natuur niet voor. Kosmische straling komt wel voor en die heeft ongeveer dezelfde uitwerking. Het is nog niet bewezen dat kosmische straling (mede) verantwoordelijk kan zijn voor genetische veranderingen. Domweg omdat kosmische straling in verschillende intensiteit komt en gaat en het effect op de genen niet streng bewezen kan worden. Anderzijds sluiten inmiddels in toenemende mate wetenschappers niet uit dat er wel degelijk een verband is. Zoals Wallace en Dobzhansky, zij hebben in hun boek ‘Radiation, Genes and Man’ al in 1959 een relatie tussen kosmische straling en mutaties van genen bepleit.

DNA en statistiek

Laten we even, net zoals Francis Galton,  aannemen dat 1 op de miljoen mensen daadwerkelijk een genie is. En laten we aannemen dat 1 op de duizend mensen drager van een recessief ‘genie’ gen is. Wanneer we dan het gen voor genialiteit aanduiden met A en het ontbreken daarvan met aa, dan krijgen we de volgende som:

Niet dragers van gen A: aa              998.001
Dragers van 1 gen A: Aa en aA        1.998
Dragers van twee genen A: AA        1
———–
1000.000

Alleen bij dragers van twee genen A komt genialiteit te voorschijn, van de 1.998 dragers van één A gen  is de genialiteit alleen potentieel aanwezig. De kans dat twee dragers van één A gen elkaar tegenkomen is 1 op 1 miljoen.

Maar als kosmische straling invloed heeft op veranderingen in de genen, hoeveel mutaties kan een flinke bui in het jaar 1400 dat op Florence is gevallen dan opleveren? Zelfs als we aannemen dat maar één op de tienduizend mutaties een genie-mutatie is, dan kan dat in totaal enige tientallen genieën opleveren.  We hebben hiervoor al gezien dat er rond 1400 en met name in Italië rondom Florence 18 genieën zijn opgestaan. Maar ook het hele geestelijke klimaat was in die tijd en op die plek gunstig. Florence gold als rond 1400 als de meest vooruitstrevende plek in Europa.

Mogen we aannemen dat steden zoals Memphis in Egypte, Athene in
Griekenland, Rome en Florence in Italië op verschillende tijdstippen in de geschiedenis getroffen werden door een hoge intensiviteit van kosmische straling?

Maurice Cotterell

Tot nu toe ben ik keurig binnen de grenzen van de gevestigde wetenschap gebleven maar wat krijgen we te zien als we de grens overschrijden? Maurice Cotterell komt in zijn boek ‘De voorspellingen van Toetanchamon’
tot verbazingwekkende conclusies. Zo ziet hij bijvoorbeeld een heel duidelijk verband tussen de zon en persoonlijkheid. Cotterell verduidelijkt dit verband in zijn astrogenetisch model waarin duidelijk wordt dat er overeenkomsten zijn met de 12 tekens van de dierenriem en de positief of negatief geladen zonnedeeltjes die de aarde bereiken. Activiteit van de zon zou dus degenen beïnvloeden.

bookcover-supergoden-thumbn

Maar er is meer. Cotterell meent dat er een duidelijk verband is tussen opkomst en ondergang van beschavingen en lange termijn zonnevlekken activiteiten en mini-ijstijden.

Cotterell baseert zijn historische gegevens over zonneactiviteit onder andere op een geofysisch onderzoek van John Eddy. In het westen vanAmerika groeit de bristelcone pine (Pinus Aristata). Deze boom kan meer dan 4000 jaar oud worden. Door naar de jaarringen van de boom te kijken kan men gegevens vinden over het klimaat en ook over de zonneactiviteit. Sommige van de bomen zijn verkoold en geven zodoende informatie die wel 8000 jaar terug kan gaan.

Hoewel Cotterell zich bijna uitsluitend richt op zonneactiviteit en zijn visie onderbouwd met Amerikaans boomonderzoek loopt zijn bovenstaande grafiek aardig synchroon met de opkomst en ondergang van Europese beschavingen. We hebben eerder al gezien dat zonnewinden en kosmische straling hand in hand kunnen gaan. Een oorzakelijk verband is feitelijk niet aan te tonen. Maar kosmische straling zou een goeie verdachte kunnen zijn die verantwoordelijk gehouden kan worden voor ‘verlichte tijden’.

En nu?

U zegt het maar. Hoeveel genieën weet u op te noemen uit de periode 1900 tot en met nu? Natuurlijk, knappe koppen genoeg maar een knappe kop is nog geen genie maar hoogstens een briljante innovator. En hoe zit het met onze beschaving? Als ik de media van de afgelopen 30 jaar mag geloven worden we conservatiever, behoudender en hebben we weer de neiging om in kringetjes te lopen. Genieën zijn zeldzaam geworden. De denkramen worden weer langzaam gesloten en nieuwe ideeën, als je al van nieuw kan spreken, vinden slechts in beperkte kring gehoor. Wat is er gebeurd met de ‘Flower Power’ generatie in Amerika? Was het slechts een spontaan alternatief antwoord van gedrogeerde langharige hippies op de harde Amerikaanse politiek? Of kregen delen van Noord Amerika, zoals San Fransisco, te maken met extra neerslag in de vorm van kosmische straling? Feit is wel natuurlijk dat de media die voor het grootste gedeelte de publieke opinie beinvloeden in handen is van een elite die het liefst de zaken laat zoals het is. Nieuwe initiatieven krijgen maar mondjesmaat de kans in het ‘Old Boys Network’ om naar buiten te treden ook in verband met de belangen die daarmee gemoeid zijn.

Toch, zeker sinds het nieuwe medium internet steeds meer bij iedereen in de huiskamer komt kun je spreken van een nieuwe stroming. Als voorloper hadden we de New Age en wat toen nog gezien werd als een stelletje geitesokken is nu gegroeid tot een brede stroom vernieuwers die van zich kan laten horen en terwijl vroeger de televisie de grootste invloed had op de massa neemt internet die rol zachtjes aan over. Het grote voordeel van internet is natuurlijk dat er zo goed als geen censuur mogelijk is dus iedereen kan z’n zegje doen en dat gebeurt ook met alle vreemde afwijkingen inbegrepen. Maar zonder die afwijkingen zou er geen vernieuwing zijn en wordt internet als een soort wereldomspannend brein waarbij de informatie supersne verspreid en vernieuwd wordt.nieuwe
denkers en oude wijsheden worden razendsnel gecombineerd en op die manier zou je kunnen zeggen dat waar eerst enkele genieëen het werk deden doen we dat nu met z’n allen.Op deze manier groeit de wereld naar een nieuw paradigma toe die eindelijk recht doet aan de voorlopers zoals bijvoorbeeld Rupert Sheldrake, Fritjoff Capra, Deepak Chopra en een van de laatsten die zich in het gewoel heeft gemengd; Ervin Laszlo met z’n theorie over het zero-point field wat weer overeenkomsten heeft met de morfogenetische velden van Sheldrake. Dit biedt een vervolg op de kwantumtheorie die dit niet uitsluit maar eerder insluit en een mooie belofte is voor de nabije toekomst. Op deze manier worden we misschien allemaal wel genieëen en krijgen we allemaal een soort breedband verbinding! Ach, het is duidelijk; de toekomst ligt opener dan ooit en tot slot wil ik u laten zien dat dit zero-point field al geraadpleegd werd door oudere beschavingen.

Indianen, Maya en natuurlijk het jaar 2012

De oude voorspellingen van de Amerikaanse Hopi indianen vertellen over de tekenen die vooraf gaan aan de komende ondergang van de wereld zoals wij die kennen. Frappant genoeg valt in de Frank Waters versie onder het één na laatste teken het volgende te lezen; “This is the Eight Sign: You will see many youth, who wear their hair long like my people, come and join the tribal nations, to learn their ways and wisdom”. In een andere versie spreekt men van langharige jeugd en de zoektocht naar verlichting.

bookcover-voorspelling-maya-thumbn

Het boekomslag van Adrian Gilbert en Maurice Cotterell

Dat Hopi’s evenals Maya’s belang hechten aan het verband  tussen het leven op aarde en kosmos is evident. Met name de Maya’s nemen het heel serieus. Iedereen kent inmiddels wel de Maya profetie dat er in 2012 iets bijzonders te gebeuren staat. Narrige doemdenkers zien er een cataclysme van heb-ik-jou-daar in. Anderen, op hun beurt, denken dat we als mensheid op een ‘hoger niveau’ komen. In die visie raken we ‘verlicht’ of ‘bewust’en, wie weet, worden we zelfs telepathisch. Seriewoordenaar heeft daar een zeer belangwekkend stuk over geschreven onder de titel’:  2012 – Hoe kan bewustzijn veranderen? In een passage van het artikel geeft Jurgen Deleye ons het volgende ter overweging;

“We mogen niet blindelings aannemen dat er iets in of rond 2012 zal gebeuren, maar wanneer we naar de feiten kijken kunnen we niet ontkennen dat het een reële mogelijkheid is. Onze wereld wordt steeds meer gevormd door excessen en het tempo van wereldwijde maatschappelijk veranderingen/achteruitgang lijkt toe te nemen. Je hoeft geen kennis te hebben van Maya-kalenders om te weten dat ons lichaam onder invloed van de kosmos te allen tijde bezig is met evolueren. Ons lichaam is vatbaar voor wijzigingen van de ruimtetijd door wijzigingen van de zwaartekracht en het gravitomagnetische effect. Onze geest, onze ratio en ons gevoel zijn vatbaar voor wijzigingen in het aardmagnetische veld, dat weten we door het magnetiet in onze spieren en in ons hoofd. Deze veranderingen wordenallen gedirigeerd door de samenstand in en rond 2012. De wisselwerkingen hebben in ieder geval invloed op onze soort en de rest van onze blauwe planeet. De enige vragen die resten zijn of de verandering zich radicaal zal voordoen, waardoor we van een doemdag kunnen spreken; of eerder geleidelijk, waardoor we de sporen van de bewustwording meer vinden in de ontwikkeling van onze sociale maatschappijen.”

Ik ben geen wetenschapper en ik heb geen speciale kennis over
hoe kosmische straling ons DNA kan beïnvloeden. Ik weet ook niet of bestaand DNA beïnvloed kan worden of alleen het nieuw te vormen DNA bij een bevruchting. Maar als u mij toestaat wil ik u de volgende suggesie meegeven:

Als kosmische straling inderdaad de aanleiding is tot een opkomst van een ‘verlichte’ beschaving en als we de oude Maya overleveringen over 2012 mogen geloven neem dan het zekere voor het onzekere. Zoek je ideale partner of kijk je bestaande partner diep in de ogen en oefen je helemaal te pletter in het bedrijven van de liefde en laten we dan er met z’n allen voor zorgen dat er rondom 2012 een geboortegolf van ‘verlichte geesten’ het levenslicht ziet. En indien de wereld naar zijn grootje gaat, dan hebben we dat tenminste op een bevredigende manier gedaan.

Samenstelling, vertaling en commentaar Frank, Willem, Jurgen

Bronnen:

DE KENMERKEN VAN DE EVOLUTIE, K. Roose
Wetenswaardigheden over straling (NL) Het HISPARC-project en Kosmische straling, Dr. A. de Leeuw.
Clay, Roger en Dawson, Bruce, Cosmic Bullets, High Energy Particles in
Astrophysics, Perseus Publishing, Cambridge, Massachusetts, 1997. Geleerden over von Daniken, Enst Khuon, isbn 90202 32657
De voorspellingen van Toetanchamon, Maurice Cotterell, isbn 90443 00458
Friedlander, Michael W., A Thin Cosmic Rain, Particles from outer space, Harvard University Press, 2000
A.Koestler (Eng)
Francis_Galton (NL)
Ervin Laszlo (Eng)
Hopi Indianen (NL)