Kapitein Frisius was in een goede stemming en vol trots stond hij op het achterdek van zijn schip ‘De Rotterdam’; één van de beste schepen van de Nederlandse Oost-Indische Company (VOC). Zijn ruim lag nu vol met kostbare specerijen die hij van Batavia (Java, Nederlands Indië), naar Nederland moest brengen. De reis naar Batavia en voorts naar Japan en weer terug was een volledig succes geweest. De onderhandelingen bij de Nederlandse handelspost op het Japanse eiland Decima (Dejima) waren prima verlopen. De relatie met keizer Tenno Heika van Japan was hartelijker dan ooit tevoren. Continue reading